Omgang: zowel een recht als een plicht

Foto:

Op het moment dat een relatie wordt beëindigd of als er sprake is van een echtscheiding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken doen zich vaak omgangsproblemen voor. 

michelle-kleur-200-breed
Mr. Michelle Rijnbergen
Deze problemen kunnen ontstaan doordat er nog geen omgangsregeling overeengekomen is. Ook het hebben van een omgangsregeling geeft echter geen zekerheid. De omgang kan door de andere ouder worden tegen gewerkt.
Als men het heeft over omgangsproblemen dan wordt vaak gedacht aan de situatie dat de verzorgende ouder het kind niet wil meegeven aan de andere ouder. Ook het omgekeerde doet zich echter soms voor; de ouder waarbij het kind het hoofdverblijf heeft, verleent wel medewerking aan de omgangsregeling maar de andere ouder lapt de omgangsregeling aan zijn of haar laars.
Sommige ouders weigeren hun medewerking te verlenen aan een omgangsregeling of weigeren zelfs om er een overeen te komen. Deze ouders maken in dat geval geen gebruik van het omgangsrecht dat zij met hun kind hebben. Het omgangsrecht kan niet alleen gezien worden als een recht van de niet-verzorgende ouder. Ook het kind heeft recht op omgang met zijn of haar ouders.
Wat te doen als een ouder wel recht heeft op omgang maar niet naar het kind omkijkt? Kan een ouder gedwongen worden omgang te hebben met het kind en is dat wenselijk? Op deze vragen kan niet direct ‘ja’ of ‘nee’ worden geantwoord. Voorop staat dat omgang zowel een recht als een plicht is. Dit blijkt ook uit de rechtspraak. 
Naast het feit dat het omgangsrecht een recht en plicht is, is het ook van belang in het kader van regelmaat, duidelijkheid en structuur. Het is immers in het belang van het kind en beide ouders dat een omgangsregeling structureel wordt nagekomen. Indien dit niet het geval is, worden alle betrokken personen in hun belangen geschaad. Daarbij gaat het niet alleen om de verzorgende ouder maar ook om de niet-verzorgende ouder.
Het gaat daarbij om het niet gebruiken van een recht, maar ook om het niet nakomen van een plicht. De verzorgende ouder hoeft zich daar niet zonder slag of stoot bij neer te leggen. In dat geval is het mogelijk om een kort geding te starten waarbij de verzorgende ouder de niet-verzorgende ouder probeert te dwingen om de omgangsregeling na te komen. Het is mogelijk om daarbij een dwangsom te laten opleggen zodat er een stok achter de deur is.
Een dergelijke procedure kan ervoor zorgen dat de niet-verzorgende ouder tot inzicht komt zodat hij of zij inziet dat het van belang is om de omgangsregeling na te komen. Indien dat niet het geval is, kan de dwangsom een rol van betekenis spelen. Wellicht dat de financiële prikkel hem of haar over de drempel helpt.
Zoals reeds eerder aangegeven, is een goede omgangsregeling in het belang van alle betrokken partijen. Ouders hebben beiden verantwoordelijkheid en kunnen zich daar niet zomaar aan onttrekken. Mocht u geconfronteerd worden met omgangsproblemen dan sta ik voor u klaar om u te helpen bij het zoeken naar een passende oplossing.
Michelle Rijnbergen,
Advocaat bij KampsVanBaar Advocaten te Sittard.
Cookieinstellingen