Armoede in Nederland

De gevolgen van de crisis worden steeds zichtbaarder. In ons welvarende land groeien de wachtlijsten bij de Voedselbank nog steeds en die groei loopt gelijk op met de groei van het aantal mensen dat onder de Nederlandse armoedegrens leeft. 

Rond de kerstdagen zijn er tal van acties ter ondersteuning van de Voedselbank en van anderen die zich belangeloos inzetten voor de armsten in de samenleving. Maar na de feestdagen is dat probleem niet opgelost.
Onder eenoudergezinnen, alleenstaanden tot 65 jaar, niet-westerse huishoudens, bijstandsontvangers en kinderen is de armoede het hoogst. Vooral in de grote steden wonen mensen met zeer lage inkomsten, maar ook in kleinere gemeenten zijn er veel mensen die het met zeer weinig moeten zien te rooien. Dit melden het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek in het donderdag verschenen rapport Armoedesignalement 2014.
De groei van de armoede deed zich voor in 2011, 2012 en vorig jaar. Ramingen wijzen op een lichte daling dit jaar en in 2015.
Wie is arm?
Voor het vaststellen van armoede hanteert het SCP een zogenoemde niet-veel-maar-toereikend-criterium: geld dat je nodig hebt voor eerste levensbehoeften en deelname aan de samenleving. Voor een alleenstaande is dat 1060 euro netto per maand, voor een paar met een kind 1770 en voor een éénoudergezin met een kind 1410 euro. Het CBS hanteert een inkomensgrens die lager ligt dan die van het SCP.
Als mensen die aan een van beide criteria voldoen bij elkaar worden opgeteld, telde Nederland vorig jaar 1,4 miljoen mensen die moesten rondkomen van een laag inkomen. Onder hen bevinden zich 190 duizend huishoudens die het al vier jaar met een laag inkomen moeten doen. Ruim de helft van deze huishoudens moet rondkomen van een bijstandsuitkering.
Bijstand
De armoede onder de risicogroepen nam ook toe in 2013. Vooral onder bijstandsontvangers is de nood hoog: 47 procent van deze groep is arm te noemen.
Bron: Novum
Cookieinstellingen