Dolle dinsdag 5 september 1944 – de zakagenda van mijn opa

Foto: H. Hamers

Naar aanleiding van het bericht over Dolle Dinsdag in Kamp Vught, vandaag 75 jaar geleden, besloot ik eens te kijken in een kleine oude zakagenda van mijn opa. Die dateert van 1944.

Ik vond die agenda, samen met twee andere agenda’s (1942 en 1943) onlangs in de secretaire van mijn overleden vader.

Mijn opa, Baer Hamers, werd in de oorlog door de bezetter opgepakt nadat hij een NSB-er de drukkerij (die toen bij het voormalige slachthuis in Sittard lag) had uitgezet. Een dag later werd hij opgepakt en werd hij als gijzelaar voor de Indische zaak gevangen gezet. Toen Duitsland in 1940 Nederland onder de voet liep pakte het Nederlands gezag in Indonesië de daar aanwezige Duitsers op. De Nederlandse gijzelaars werden daarvoor door de Duitsers als tegenwicht ingezet. Vooral in de laatste elf dagen van zijn gevangenschap, die hij in kamp Vught doorbracht, werd er regelmatig een gijzelaar uitgepikt, die vervolgens werd gefusilleerd. Het moeten angstige jaren zijn geweest, maar vergeleken met het bestaan van de gevangenen in de concentratiekampen werden de gijzelaars voor de Indische zaak menselijk behandeld. Men kreeg heel soms verlof, had bezigheden overdag en kreeg redelijk te eten. Overigens: wie niet terugkwam van verlof zette daarmee het leven van zijn medegevangenen op het spel. Wie op ‘verlof’ ging, die ging dus ook weer terug naar het kamp.

Baer Hamers werd geïnterneerd in Sint Michielsgestel, na eerst in Buchenwald te zijn geweest, waar hij en een aantal andere gijzelaars aan het begin van hun detentie kort verbleven en waar ze door bemoeienis van het Rode Kruis werden weggehaald.

Op Dolle Dinsdag, 5 september 1944, kregen de Duitsers het Spaans benauwd door een onjuist bericht van premier Gerbrandy op de avond van 4 september. Volgens Gerbrandy stonden de bevrijders op de stoep. Daardoor ontstond grote paniek bij de Duitsers en werden in kamp Vught tal van politieke gevangenen door de SS-bewakers gefusilleerd. Op 6 september ontvingen de gevangenen in Sint Michielsgestel de order dat zij naar kamp Vught moesten komen. Mijn opa kwam daar op 6 september rond 13:00 uur aan. Van daaruit zouden ze met veewagens naar Amersfoort worden gebracht. Dat ging uiteindelijk niet door wegens gebrek aan transportmiddelen. In de chaos van die dagen – er werden gevangenen in vrijheid gesteld, dan wel op transport gezet of gefusilleerd – namen enkele gevangenen de benen.

Mijn opa werd op zondag 17 september, daags voordat zijn woonplaats Sittard werd bevrijd, in vrijheid gesteld. Het zou evenwel nog tot 28 oktober 05:50 uur in de ochtend duren voordat hij erin slaagde veilig door de frontlinie te komen en hij op de Geldersestraat in Overhoven bij zijn vrouw en zeven kinderen thuiskwam.

Een deel van de aantekeningen in zijn agenda las ik vandaag voor het eerst. Over de oorlog heb ik mijn grootvader nooit een woord horen spreken. Waarschijnlijk vond hij mij daarvoor te jong. Wat ik weet van Buchenwald en het fusilleren van gevangenen heb ik uit de tweede hand, van mijn vader. Mijn opa overleed toen ik 14 jaar oud was.

Heeft u zelf ook een verhaal over de oorlog en de bevrijding van Sittard-Geleen en omstreken dat u wilt delen? Stuur dat dan door aan [email protected] of aan de Facebookpagina Sittard-Geleen 75 jaar bevrijd.

Cookieinstellingen