Galfetti-gebouw in Geleen krijgt nieuwe bestemming als bezoekers- en energiecentrum
De gemeente Sittard-Geleen heeft aangekondigd dat het iconische Galfetti-gebouw op de Markt in Geleen een nieuwe invulling krijgt. Het gebouw, dat sinds de sluiting van het oude stadskantoor leegstond, wordt getransformeerd tot een centrum voor energie, educatie en ontmoeting. Daarnaast zal het een informatiepunt voor Chemelot huisvesten, dat bezoekers inzicht biedt in de toekomstplannen van het industriegebied.
Duurzaam, educatief en open voor publiek
De herontwikkeling van het Galfetti-gebouw past binnen de bredere gemeentelijke visie op duurzaamheid, hergebruik van erfgoed en versterking van de binnenstad van Geleen. Het pand krijgt een multifunctionele bestemming met onder meer:
- Een bezoekerscentrum voor Chemelot, gericht op innovatie en circulaire economie
- Een ontmoetingsruimte voor inwoners, met tentoonstellingen en interactieve installaties over energie en duurzaamheid
- Mogelijke werkplekken voor educatieve initiatieven en startups
Volgens de gemeente biedt de nieuwe invulling kansen om bewoners en bedrijven samen te brengen op een centrale plek die tot de verbeelding spreekt.
Verbinding met Chemelot en de regio
De aanwezigheid van Chemelot als kennis- en productiecluster maakt Sittard-Geleen uniek binnen Nederland. Het nieuwe informatiecentrum in het Galfetti-gebouw moet die verbinding met de stad en haar inwoners tastbaar maken. Bezoekers kunnen straks op laagdrempelige wijze kennismaken met innovaties op het gebied van duurzame chemie, waterstof, recycling en scholing.
Ook toeristen en scholieren uit de regio zijn een belangrijke doelgroep. Voor hen wordt een speciaal educatief programma ontwikkeld in samenwerking met scholen en het bedrijfsleven.
Planning en uitvoering
De plannen voor het Galfetti-gebouw bevinden zich in een vergevorderd stadium. De verwachting is dat de eerste werkzaamheden voor de renovatie begin 2026 van start gaan. In de tweede helft van dit jaar wordt het definitieve ontwerp gepresenteerd aan de gemeenteraad, gevolgd door een participatieronde waarin inwoners kunnen meedenken over de invulling van het programma.
De financiering wordt deels gedragen door de gemeente, met ondersteuning vanuit het regionale investeringsfonds voor duurzaamheid en innovatie.
