De groei van het beschikbare inkomen van huishoudens blijft al twintig jaar achter bij de groei van het bruto binnenlands product. Een steeds groter deel van het inkomen gaat naar collectieve zorguitgaven of pensioenopbouw. Dat schrijft De Nederlandsche Bank (DNB) dinsdag. De koopkracht is in vijftien jaar tijd nauwelijks toegenomen.
Door de toenemende productie kan meer geld worden verdeeld. Daarvan komt echter steeds minder terecht in de huishoudportemonnee, schrijft DNB. In 1992 maakten alle inkomens nog ruim 54 procent uit van het bbp. Vorig jaar was dat nog geen 45 procent.
De hogere kosten voor de gezondheidszorg en de hogere pensioenpremies beperken het direct beschikbare huishoudbudget. Daarnaast gaat er ook meer geld naar het bedrijfsleven. Bedrijven hebben de afgelopen twintig jaar minder van hun winst uitgekeerd aan werknemers en aandeelhouders.
Door: Novum