Linkshandigen kunnen zondag vieren dat ze niet rechtshandig zijn. Het is dan Internationale Linkshandigendag, in het leven geroepen om aandacht te vragen voor de ongemakken waar linkshandigen tegenaan lopen in een rechtshandige wereld.
De eerste linkshandigendag had plaats op vrijdag 13 augustus 1976 in de VS. De organiserende vereniging koos bewust voor die ongeluksdag. Linkshandigheid werd immers eeuwenlang als ongewenste afwijking gezien.
Rond een tiende van de wereldbevolking gebruikt bij voorkeur de linkerhand, maar per land zijn de verschillen groot, meldt de website Wetenschap in Beeld.
Ongeveer 13 procent van de Canadezen is linkshandig, tegen 2,5 procent van de Mexicanen. In Japan zou slechts 0,7 procent van de bevolking linkshandig zijn. Van de Europese landen tellen Nederland en België met zo’n 12 tot 15 procent de meeste linkshandigen.
De organisatie van de Nederlandse versie van de Linkshandigendag is sinds 2010 in handen van Sander Reijn uit Almere. “Linkshandigheid was lange tijd een taboe”, zegt Reijn. “Je moest het afleren. In Japan is dat nog steeds zo. Vandaar dat lage percentage. Linkshandig zijn wordt er verzwegen”, zegt hij.
Ook in Nederland was het een taboe. Zo komt onder ouderen (65-plus) linkshandigheid minder voor, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) . Dit komt waarschijnlijk doordat het vroeger op school niet was toegestaan met links te schrijven. Linkshandige kinderen werden vaak gedwongen hun rechterhand daarvoor te gebruiken.
Dat had veel, zo niet alles te maken met het feit dat er vroeger met kroontjespen en vloeibare inkt werd geschreven. Wie daarmee met de linkerhand van links naar rechts schreef veegde vervolgens door het nog natte schrift heen. Ook was het lastig om met een scherpe kroontjespen van links naar rechts ‘duwend’ te schrijven. De pen bleef dan vaak in het papier hangen, met vlekken en spatten tot gevolg. Toen de eerste balpennen op de lagere scholen werden geïntroduceerd werd het schrijven met de linkerhand steeds meer geaccepteerd.
