Vier jaar geleden deed de gemeente Sittard-Geleen mee aan een experiment waarbij een andere werkwijze werd gehanteerd bij het tellen van de bij de raadsverkiezingen uitgebrachte stemmen.
De proef, die bij de komende gemeenteraadsverkiezingen in 22 gemeenten wordt uitgevoerd, moet duidelijk maken of het efficiënter en betrouwbaarder is om eerst alleen de stemmen per partij te tellen. Dat gebeurt zodra de stembureaus dicht zijn. De medewerkers van de kieslokalen tellen dan alleen de stemmen per partij. Dat leidt tot een voorlopige uitslag, die op de verkiezingsavond bekend wordt gemaakt.
Een dag later telt een andere ploeg, met frisse blik, hoeveel stemmen elke kandidaat heeft gekregen. Dan weten de kandidaat-raadsleden of ze zelf genoeg voorkeursstemmen hebben gekregen. Dat tellen gebeurt op een centrale locatie, bijvoorbeeld een stadhuis. ‘Centraal tellen’, heet het experiment van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
In 2014 deed ook de gemeente Sittard-Geleen mee aan dit experiment. Deze verkiezingen is dat niet het geval, ondanks dat de gemeente vindt dat het experiment in 2014 wel was geslaagd. Gevraagd naar de reden om ditmaal niet mee te doen met deze wijze van stemmen tellen geeft de gemeente via een woordvoerster de volgende reactie: “Graag kijken we naar modernisering van verkiezingen (stemcomputer) en bij voorkeur niet naar experimenten die op de langere termijn weinig meerwaarde lijken te hebben.”
