Kabinet moet kiezen voor zomer- of wintertijd

Foto: CC0 via Pixabay

Het kabinet moet uiterlijk in maart volgend jaar aan Brussel melden of Nederland in 2019 overschakelt op permanente zomer- of wintertijd.

De Europese Commissie maakt aan het halfjaarlijkse klokverzetten in de EU een einde, zei voorzitter Jean-Claude Juncker in zijn jaarlijkse beleidstoespraak.

De EU-landen moeten wel eerst hun fiat geven aan het beoogde schrappen van de zomertijdverordening, evenals het Europees Parlement. Volgens Juncker is er onvoldoende maatschappelijk draagvlak voor het halfjaarlijkse klokritueel. De lidstaten moeten kiezen voor een standaardtijd. Om de werking van de interne markt niet te verstoren mogen de landen daarna niet meer op eigen houtje seizoensgebonden tijden invoeren.

Op zondag 1 maart 2019 gaat de klok in de hele EU voor het laatst een uur vooruit naar zomertijd, stelt Brussel voor. Mocht een lidstaat standaard voor de zomertijd kiezen, dan gaat de klok eind oktober niet meer terug. Kiest een land permanent voor wintertijd, dan gaat de klok daar voor de laatste keer op 27 oktober 2019 een uur achteruit.

Het Nederlandse kabinet zal binnen enkele weken een oordeel over het plan vellen.

De wintertijd is de normale vaste tijd die gold voordat in 1977 de zomertijd werd ingevoerd. Dat was toen overigens niet voor het eerst, want Nederland kende van 1916 tot 1945 ook al eens zomertijd. De reden daarvoor was het besparen van energie omdat overdag een uurtje langer van het zonlicht kon worden geprofiteerd.

Cookieinstellingen