Consumentenprijzen in november 2,0 procent hoger

CBS
CBS
Foto: CC0

Consumentengoederen en -diensten waren in november 2,0 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS.

In oktober betaalde de consument 2,1 procent meer dan vorig jaar. De prijsstijging schommelt al vijf maanden rond de 2 procent.

De CPI is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en –diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen van prijs.

De consumentenprijsindex (CPI) is één van de inflatie-indicatoren die is opgenomen in het prijzendashboard. Hierin staan ook andere inflatie-indicatoren zoals de prijsindex bestaande koopwoningen en de in- en uitvoerprijzen van de industrie.

Stijging brandstofprijzen afgenomen

De stijging van de consumentenprijzen nam af door de prijsontwikkeling van autobrandstoffen. Benzine kostte in november vrijwel evenveel als een jaar eerder. In oktober 2018 betaalde de consument voor benzine nog 8,1 procent meer dan in oktober 2017. Ook de prijsontwikkeling van diesel had een verlagend effect op de stijging van de consumentenprijzen. Diesel was in november 2018 nog wel 9 procent duurder dan een jaar eerder, in oktober was dit 14,5 procent.

Daarentegen had de prijsontwikkeling van voeding een opwaarts effect op de stijging van de consumentenprijzen. Voedingsmiddelen waren in november 1,1 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder. In oktober waren deze nog 0,5 procent duurder dan vorig jaar.

Stijging consumentenprijzen in Nederland lager dan in de eurozone

Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP).

In november waren goederen en diensten in Nederland volgens de HICP 1,8 procent duurder dan een jaar eerder. Dat was in oktober 1,9 procent. In de eurozone nam de prijsstijging af van 2,2 naar 2,0 procent.

De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.

De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.

Bron: CBS

Cookieinstellingen