Als Don Quichot ten strijde tegen de windmolens

Foto: CC0 via Pixabay

Don Quichot had er begin 17e eeuw al serieuze bedenkingen tegen: windmolens. Tegenwoordig laait de strijd tegen windmolens overal op.

Andere tijden, andere windmolens; het zijn nu duurzame stroomopwekkers. En ze zijn nodig om het regeringsbeleid uit te voeren. Maar niemand wil ze in de achtertuin.

De strijd van Don Quichot was zinloos en daarin lijkt de burger van nu meer op de Spaanse edelman dan hij wellicht zelf in de gaten heeft.

Want wat blijkt: in 82 van de 86 uitspraken van de Raad van State in zaken die door burgers en belangengroeperingen werden aangespannen tegen het verlenen van een vergunning om ergens een aantal windturbines te plaatsen voor het opwekken van groene stroom, trokken de bezwaarmakers aan het kortste eind. En in de vier andere gevallen blijkt plaatsing nog niet definitief van de baan te zijn.

Dat meldt Hart van Nederland op basis van eigen onderzoek.

De regering wil de energiewinning in Nederland verduurzamen. Volgens dat plan moet Nederland in 2020 in totaal 6000 megawatt aan windenergie produceren met op land geplaatste windturbines en daar moet elke provincie zijn bijdrage aan leveren. Gemeenten kunnen dan ook niet anders dan het beleid uitvoeren. Voor inspraak van burgers is nauwelijks plaats.

Als er eenmaal een vergunning is verstrekt voor het plaatsen van windturbines kan er enkel op basis van bestuurlijke gronden (zoals een procesfout) mogelijk met succes worden geprocedeerd bij de bestuursrechter. Daarbij wegen argumenten als milieuschade (dode vogels en vleermuizen), horizonvervuiling, geluidsoverlast, last van slagschaduw en waardevermindering van de eigen woning voor de bestuursrechter niet mee in zijn oordeel. Hij kan en mag immers alleen oordelen over bestuursrechtelijke zaken.

Daardoor voelt de burger die protesteert zich niet gehoord en neemt het verzet tegen de aanleg van windmolenparken in felheid toe.

Cookieinstellingen