Veiligheidsregio Zuid-Limburg publiceert evaluatierapport hoogwater 2021

Foto: © Johannes Timmermans

Wat kunnen we leren van de hoogwaterramp van juli 2021? Vanaf vandaag zijn de resultaten te lezen in de leerevaluatie ’Voorbij het ergste scenario’ over de bestrijding van de ramp in opdracht van Veiligheidsregio Zuid-Limburg.

De resultaten laten zien dat de veiligheidsregio te maken had met een ‘buitengewone inzet van ongekende omvang’. Het was niet één crisis. Het waren er meer. En ze kwamen tegelijk. Een uitzonderlijke situatie waar de plannen van de crisisorganisatie onvoldoende op waren voorbereid.

Het onderzoek naar de hoogwaterramp is extern uitgevoerd door het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT). Daarin kijkt het instituut terug op wat goed ging en wat beter kan binnen de crisisorganisatie, waarin de regionale hulpdiensten samenwerken als brandweer, politie en ambulancedienst. Maar ook met oog voor betrokkenen als waterbeheerders, gemeenten, zorginstellingen, andere hulpverleners (Defensie, reddingsbrigade) en de buurregio.

Loslaten voorbereide crisisstructuur blijkt goeie zet, maar zorgde ook voor onduidelijkheid

Aanvullend gaven in totaal 758 inwoners gehoor aan de oproep om via een vragenlijst hun ervaring te delen hoe ze de evacuatie en communicatie hebben ervaren. Naar voren komt onder andere dat ruim twee derde van de inwoners van geëvacueerde gebieden niet verwacht had, te moeten evacueren.

Wat kan beter?

Volgens de evaluatie is er veel goed gegaan. Er is in korte tijd veel bereikt. Er overheerst een groot gevoel van trots, maar er is ook ruimte voor verbetering. Enkele aanbevelingen zijn bijvoorbeeld: ‘maak duidelijke afspraken als er wordt afgeweken van de crisisstructuur’ en ‘verbeter de plannen die je kunt inzetten bij extreme weersomstandigheden’. De voorbereide plannen waren vooral gericht op hoogwater van de Maas en minder op het overstromen van omliggende wateren.

Flexibel

Léon Houben, brandweercommandant en Regionaal Operationeel Leider tijdens de crisis: “We merkten dat de crisisstructuur die we normaal gebruiken, ons niet hielp in deze uitzonderlijke situatie. Dan moet je ook snel je conclusie trekken en zo’n structuur durven loslaten. We hebben onze mankracht flexibel ingezet en opgeschaald waar dat nodig bleek. Zo waren tijdens de ramp op drie plekken coördinerende crisisteams (zogenoemde CoPI’s) aan het werk, terwijl dat er normaal één is. De evaluatie laat zien dat het flexibel inzetten van de crisisorganisatie een goede keuze was, maar wel onduidelijkheid tot gevolg had. De aanbeveling om bij het afwijken van de standaardstructuur uitvoeriger aan te geven welke verantwoordelijkheden en mandaten er waarom precies veranderen, is dan ook iets waar we meer aandacht aan moeten geven”.

Beeldvorming

Uitdagingen waren er ook in het krijgen van een juist beeld. “De ramp verliep voor gemeenten in verschillende snelheden en de impact was overal anders. Het was dan ook een grote uitdaging om voortdurend tot een algeheel actueel beeld te komen,” aldus Hans Verheijen, de dienstdoende voorzitter van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg en burgemeester van Sittard-Geleen. Verheijen: “Zo werden er in Bunde kort na elkaar tegenstrijdige berichten verstuurd. Inwoners werden via sirenes eerst verzocht binnen te blijven, maar even later door een NL-Alert toch verzocht te vertrekken. Dat wil je niet. Tijdens een crisis is er vaak al onrust genoeg, dan wil je juist duidelijke instructies of handvatten geven aan inwoners.”

Tot slot licht Verheijen toe: “Nu is het zaak om alle leerpunten een plek te geven in onze crisisstructuur zodat we ook écht kunnen verbeteren. Binnen de organisatie van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg, maar óók met de andere betrokken partijen. Zo zijn er een aantal partijen die op hun beurt ook weer evaluaties uitvoeren om van de ramp te leren. Zaken die de organisaties samen kunnen oppakken krijgen speciale aandacht binnen een bovenregionale werkgroep hoogwater.”

Cookieinstellingen