Sittard-Geleen keert morgen, woensdag 20 april, de eenmalige energietoeslag van 800 euro uit aan een groot deel van de inwoners die daarvoor in aanmerking komen.
Daarmee loopt Sittard-Geleen vooruit op de toekenning van de gelden aan de gemeenten door het Rijk. “Inwoners hebben nu een probleem, en dus gaan we niet wachten tot alles officieel geregeld is, maar schieten we dit voor”, aldus wethouder Judith Bühler (Sociale Zaken en Financiën).
De eenmalige uitkering wordt morgen overgemaakt aan huishoudens met een inkomen uit de algemene bijstand, IOAW, IOAZ en Bbz 2004. Alle overige gezinnen met een inkomen tot 120 procent van de bijstandsnorm kunnen binnenkort een aanvraag indienen voor de toeslag. Uiterlijk 1 mei start de mogelijkheid om aan te vragen. Sittard-Geleen doet dit als centrumgemeente ook voor de gemeenten Beek en Stein.
De energieprijzen zijn flink gestegen en lopen nog verder op. Hier heeft iedereen in Nederland mee te maken. Het Centraal Planbureau constateert dat de energiekosten als aandeel van het besteedbaar inkomen veel harder stijgen voor huishoudens met een laag inkomen dan voor huishoudens met een hoger inkomen.
Extra geld
Om mensen met een laag inkomen aanvullend te ondersteunen bij de stijging van de energieprijzen heeft het kabinet besloten om hier extra geld voor vrij te maken. Hierbij wordt eenmalig en alleen bedoeld voor het jaar 2022, een energietoeslag van 800 euro uitgekeerd aan huishoudens met een laag inkomen, via de categoriale bijzondere bijstand. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het vermogen van huishoudens.
Geen structurele oplossing
Wethouder Bühler: “Het probleem is hiermee voor veel mensen niet opgelost, daar moeten we ons wel van bewust zijn. Dit zijn acute maatregelen om te voorkomen dat onze inwoners nu in de problemen komen en de energierekening niet meer kunnen betalen. Maar het is natuurlijk geen structurele oplossing voor de problemen. Wij blijven daarom als gemeente aandacht geven aan energiebesparing. En via de G40 hameren weer landelijk op dat er structurele verbetering van de koopkracht van onze inwoners nodig is. Want het mag nooit zo zijn dat je moet kiezen tussen bijvoorbeeld een fatsoenlijke maaltijd, of het betalen van de hoge energierekening.”
