RvS bevestigt: Trustbelastingdienst en geboortetrust bestaan niet

21 mrt , 7:00 Nieuws
raad van state den haag
Jungpionier (CC BY-SA 2.5)
De rechtbank Midden-Nederland heeft zichzelf terecht onbevoegd verklaard in een zaak die gaat over de zogenaamde Trustbelastingdienst.
Dat oordeelt de Raad van State woensdag. Ook hebben de eisers in de zaak geen recht op een vergoeding voor schade die ze geleden zouden hebben door beschuldigingen van de staatssecretaris van Financiën.
De zaak was aangespannen door een groep mensen, die recht denken te hebben op een ‘geboortetrust’ van 1,5 miljoen euro. Deze mensen is wijsgemaakt dat de fiscus voor iedere burger zo’n trust beheert. Wie zichzelf ‘autonoom’ verklaart en alle banden met de overheid doorsnijdt, zou dat geld als een ‘erfenis’ kunnen opeisen, is het verhaal. Door een brief te sturen aan de Trustbelastingdienst, op een postbusnummer van de Belastingdienst in Heerlen, zou aanspraak kunnen worden gemaakt op uitkeringen uit het fonds. Op verschillende websites worden, soms tegen betaling, standaardbrieven aangeboden.
De Belastingdienst kreeg al zeker 7900 van deze brieven, werd tijdens de zaak bij de rechtbank in Utrecht duidelijk. Alle brieven zijn beantwoord met de mededeling dat er niets mee zal worden gedaan. Staatssecretaris Marnix van Rij van Financiën waarschuwde de briefschrijvers om niet in “valse profeten” te geloven. Bovendien hadden de ambtenaren die de brieven moesten beantwoorden “ook mensen kunnen helpen met een terecht verzoek”, liet een woordvoerder van de Belastingdienst destijds weten.
Een kleine groep nam geen genoegen met het antwoord van de Belastingdienst en stapte daarop naar de rechter. Zij wilden duidelijk krijgen wie er verantwoordelijk is voor de beantwoording van de brieven en ze wilden dat de uitkering in gang zou worden gezet. De rechtbank ging echter niet mee in het verhaal over de geboortetrust en stelde dat de Trustbelastingdienst “zonder twijfel” geen bestaand bestuursorgaan is. Daarom verklaarde de rechtbank zichzelf onbevoegd om uitspraak te doen over het handelen van de dienst.
De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De eisers hebben volgens de RvS niet voldoende hard kunnen maken waarom de uitspraak vernietigd zou moeten worden. Ook zet de Raad een streep door de schadevergoeding die de eisers wilden omdat ze geleden zouden hebben onder de beschuldiging van de staatssecretaris dat zij misbruik hebben gemaakt van hun recht. Deze beschuldiging heeft de staatssecretaris echter al tijdens de zitting bij de rechtbank ingetrokken, aldus de RvS.