Een ondernemer moet zich aan de wet houden, dat is duidelijk. Maar hoe zit het met een gedragscode?
Een voorbeeld uit de praktijk
Een keukenbedrijf is aangesloten bij de CBW (Centrale Branchevereniging Wonen) en hanteert de algemene voorwaarden van de CBW. Daarin is opgenomen dat de ondernemer een aanbetaling van maximaal 15% aan de consument kan vragen.
Op de standaard orderbon/koopovereenkomst staat dat het volledige aankoopbedrag uiterlijk vijf werkdagen voor de levering op de bankrekening van de ondernemer moet zijn bijgeschreven.
Een zodanig afspraak is harder dan een bepaling uit algemene voorwaarden. De klant moet dus vooraf geheel betalen: “geen geld, geen keuken”.
De ondernemer werkt geruime tijd op deze wijze en schrikt zich rot als zij uit het niets een boete van € 110.000,00 krijgt van de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
Wat is de grondslag van deze boete?
Op grond van de Wet handhaving consumentenbescherming moet een handelaar bepaalde bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek in acht nemen ten opzichte van consumenten. Daartoe behoort ook het artikel dat bepaalt dat een handelspraktijk misleidend is indien de handelaar een verplichting die is opgenomen in een gedragscode niet nakomt, voor zover de verplichting concreet en kenbaar is en de handelaar aangeeft dat hij aan die gedragscode gebonden is, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.
Kort en goed, de consument gaat bewust naar een ondernemer met een bepaald 'keurmerk' en moet er dan ook op kunnen rekenen dat deze ondernemer overeenkomstig dat keurmerk handelt.
De ondernemer laat het er niet bij zitten en gaat naar de hoogste rechter op dit vlak, het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
De rechter oordeelt allereerst dat de CBW-voorwaarden een gedragscode zijn en dat de ondernemer daaraan gebonden is. Vervolgens vindt de rechter dat uit die gedragscode volgt dat de consument pas bij aflevering hoeft te betalen. CBW-ondernemers mogen hun particuliere klanten dus niet verplichten om vooraf te betalen.
Uiteraard zullen er ook consumenten zijn die een paar dagen op voorhand de koopprijs al willen overboeken. Dit hoeft de ondernemer vanzelfsprekend niet te weigeren. Het gaat erom dat hij de consument er niet toe mag verplichten.
De rechter constateert dat de vaste praktijk van de ondernemer in strijd is met de CBW-voorwaarden.
Hierbij neemt de rechter nog mee dat bij meer dan de helft van de verkopen van de ondernemer een van de CBW-voorwaarden afwijkende betalingstermijn werd bedongen.
De rechter oordeelt dus dat ACM terecht een boete heeft opgelegd. Als schrale troost voor de ondernemer wordt de boete wel verminderd tot € 50.000,00.
De ondernemer kan negatieve publiciteit uiteindelijk niet voorkomen. Het ACM heeft het boetebesluit gepubliceerd en dus openbaar gemaakt.
Ondernemers: let dus op. Het aansluiten bij een branchevereniging die een gedragscode hanteert, moet een weloverwegen beslissing zijn, met afweging van alle voor- en nadelen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jeroen van Baar, advocaat Ondernemingsrecht bij KampsVanBaar Advocaten te Sittard.