Aanpassingen aan box 3-heffing weer stapje dichterbij

De aanpassingen aan de zogeheten box 3-heffing, belasting op vermogen, bij de inkomstenbelasting is weer een stapje dichterbij.

Daarbij zou er in de toekomst meer gekeken moeten worden naar het daadwerkelijke rendement op eigen vermogen in plaats van een vaste veronderstelde verdeling tussen spaargeld en beleggingen. Vanuit zowel de Tweede Kamer als het kabinet klinkt de wens om de regeling te herzien en daarmee vooral de kleine spaarders te ontzien.

Vooralsnog was er te weinig informatie beschikbaar om zo’n stelsel in te voeren. Om die reden werd onderzoek gedaan om te kijken welke data dan nodig waren. Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën schrijft nu aan de Tweede Kamer dat het onderzoek naar de praktische mogelijkheden is afgerond. Daarmee is het aan een volgend kabinet om het stelsel verder uit te werken.

De box 3-heffing is een belasting over het inkomen uit vermogen. Deze belasting moet worden betaald door wie veel vermogen heeft. Vanaf dit jaar is de drempel van het heffingsvrije vermogen verhoogd van 30.846 euro naar 50.000 euro en 100.000 bij fiscaal partnerschap, om kleine spaarders te ontzien. Door deze regelwijziging betalen vanaf dit jaar 900.000 mensen geen belasting meer in box 3. Daarnaast gaan ongeveer 1,7 miljoen mensen met een vermogen tussen de 50.000 en 220.000 euro minder belasting betalen.

Verder werd ook onderzocht of de zogeheten tegenbewijsregeling in box 3 een oplossing bood voor mensen die louter rendement op spaartegoeden hebben. Het idee van zo’n regeling was dat er minder belasting wordt geheven bij degenen die dat kunnen aantonen. Juridisch is dit echter niet mogelijk, zo wordt geconcludeerd. Dit omdat er dan sprake zou zijn van een ongelijke behandeling van verschillende groepen belastingplichtigen.