Het aantal veroordeelden dat hun straf in vrijheid mag afwachten, is in een paar maanden tijd opgelopen van ongeveer 1800 naar ruim 2600.
De helft van hen heeft een
celstraf gekregen tussen de een en veertien dagen, schrijft demissionair minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) aan de Tweede Kamer. Het gaat om een noodmaatregel door het tekort aan personeel.
“Deze acute maatregel heeft eraan bijgedragen dat de druk op de capaciteit tijdelijk wat is afgenomen”, laat Weerwind weten. Door de noodmaatregel loopt het aantal mensen dat nog een celstraf moet uitzitten op. “De normale voorraad bedraagt ongeveer 1100.”
In een debat in de Tweede Kamer medio februari zei de minister dat er zo’n 1800 veroordeelden op hun celstraf wachten. Eind april was dat aantal opgelopen naar 2655 veroordeelden. “Dit cijfer is een momentopname”, schrijft Weerwind.
De kortste nog uit te zitten straf betreft één dag en de langste 1617 dagen.
De meesten van de tien veroordeelden met de langst opgelegde straffen (tussen de 3,5 en 4,5 jaar), hebben die straf gekregen voor drugsgerelateerde delicten. Het gaat stuk voor stuk om mensen die buiten de Europese Unie zijn bestraft, maar aan Nederland zijn overgedragen.
Een van hen is veroordeeld voor het onder invloed veroorzaken van een ernstig verkeersongeval met dodelijke slachtoffers.
Mede op verzoek van de Tweede Kamer gaat Weerwind bekijken of mensen die zijn veroordeeld voor delicten waar een relatief zware maximumstraf op staat, uitgesloten moeten worden van het later uitzitten van hun straf.
De minister heeft de oproepstop in december vorig jaar in het leven geroepen. Hij wil de maatregel zo snel mogelijk beëindigen. Per 1 juli gaat hij veroordeelden met de langste straffen oproepen hun celstraf uit te zitten.