Het aandeel
sociale huurwoningen is vorig jaar gedaald tot minder dan 34 procent van het totale aantal woningen in Nederland.
In 2012 was dit nog ruim 37 procent, meldt het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het aandeel geliberaliseerde huurwoningen verdubbelde in dezelfde periode tot bijna 8 procent. Bij sociale huurwoningen, ook wel gereguleerde huur genoemd, mag de huur nooit hoger zijn dan een bepaald bedrag. Geliberaliseerde huurwoningen zijn woningen in de vrije sector, waarbij de verhuurder zelf de huurprijs bepaalt.
Volgens het
CBS zijn er vooral bij private verhuurders relatief minder gereguleerde huurwoningen beschikbaar. Bij deze verhuurders is het aantal huurwoningen in de vrije sector de afgelopen jaren fors gestegen.
Zo bestond vorig jaar de helft van hun portefeuille uit geliberaliseerde huurwoningen. In 2012 was dit nog maar een kwart. “Dit kan het gevolg zijn van het bouwen van nieuwe woningen, maar ook van voormalige koopwoningen of gereguleerde huurwoningen die nu in de vrije sector worden verhuurd”, aldus het statistiekbureau.
De ontwikkelingen in de grootste gemeenten verschillen van de landelijke ontwikkeling. Zo is in Amsterdam het aandeel huurwoningen in de vrije sector meer dan verdubbeld, van 9 procent in 2012 tot 22 procent in 2021. Vooral het aandeel huurwoningen vanaf 1000 euro groeide flink. Ook in Den Haag en Utrecht steeg het aandeel van de vrije sector. Het aandeel koopwoningen daalde juist.