Fabrikanten van ‘slimme’ thermostaten, deurbellen, babypoppen en andere apparaten die met het internet verbonden zijn, moeten hun waar beter beschermen tegen hackers.
De Europese Commissie komt met minimumeisen voor deze producten. Apparaten die daaraan niet voldoen, worden vanaf medio 2024 in de Europese Unie verboden.
Steeds meer apparaten kunnen draadloos via het internet worden bediend en geraadpleegd. De wereld telt er naar schatting inmiddels zo’n 35 miljard. Deze babyfoons, fitbits, tablets, koelkasten, bewakingscamera’s en tal van andere apparaten vormen samen het zogenoemde Internet of Things. Maar ze zijn vaak gemakkelijk te kapen, doordat ze bijvoorbeeld geen of een heel zwak wachtwoord hebben.
Voortaan moeten ze zo beveiligd worden dat hackers ze niet zomaar meer kunnen overnemen en inzetten voor cyberaanvallen. Ook moeten opgenomen beelden en geluid, gegevens over het gebruik en de gebruiker en andere persoonlijke informatie op de
slimme apparaten beter worden beschermd. De controle of een betaalopdracht op zo’n apparaat wel echt afkomstig is van de eigenaar moet scherper. En de nieuwe regels schenken bijzondere aandacht aan de bescherming van kinderen.
Fabrikanten krijgen de tijd om hun producten aan te passen. Als het Europees Parlement en de EU-landen geen bezwaar maken, gaan de nieuwe regels over ruim tweeënhalf jaar in. Nederland was een van de pleitbezorgers van de minimumeisen.