Koophuizen zijn vorige maand opnieuw flink duurder geworden. Volgens het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster was de prijs van een huis in februari gemiddeld 4,3 procent hoger dan in dezelfde maand in 2023.
Vergeleken met januari stegen de prijzen in februari met 1 procent.
Ook werden er vorige maand meer woningen verkocht. Het Kadaster maakte bekend dat vorige maand 13.810 woningen van eigenaar wisselden, een stijging van 16,5 procent ten opzichte van een jaar eerder. In de eerste twee maanden van dit jaar gaat het opgeteld om 28.262 verkochte woningen, ruim 13 procent meer dan in die periode in 2023.
Een huis kostte vorige maand gemiddeld 427.279 euro. De
huizenprijzen bereikten een piek in juli 2022. Daarna sloeg de trend om en daalden de prijzen weer enige tijd. Dat kwam door de gestegen rentes, die ook doorwerkten in de hypotheekrente, waardoor kopers minder geld konden lenen voor een huis.
Sinds juni vorig jaar stijgen de prijzen weer, volgens het
CBS. De hoge vraag naar woningen drijft de prijzen op, in combinatie met grote loonstijgingen en veel overgebleven spaargeld van de coronaperiode. Tegelijkertijd is het woningaanbod beperkt.
“Het geld is er wel, maar de huizen niet altijd”, vat CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen het samen. “Als het in dit tempo doorgaat, kan het heel goed dat in de komende maanden de prijzen weer op het hoogste niveau ooit zitten en ook boven het niveau van de piek in 2022”, voegt hij daaraan toe.
Een manier om het woningtekort te verkleinen is door nieuwe huizen te bouwen. Maar er worden al een tijdlang een stuk minder woningen gebouwd dan demissionair woonminister Hugo de Jonge wil, onder meer doordat gemeenten en provincies traag zijn met het afgeven van vergunningen voor bouwlocaties.