De betaalbaarheid van koopwoningen voor starters verbetert iets na jaren van verslechtering.
Volgens deskundigen van
ING Research waren starters in juli, augustus en september gemiddeld een kleiner deel van hun inkomen kwijt aan hypotheeklasten dan in het eerste kwartaal van dit jaar.
De bank wijst op de sterke loongroei dit jaar en het feit dat de huizenprijzen maandenlang daalden. Daardoor nam het aandeel van het inkomen dat een starter kwijt is aan hypotheeklasten sinds begin dit jaar geleidelijk aan af. In het derde kwartaal ging naar schatting gemiddeld 30,4 procent van hun besteedbare inkomen naar de hypotheeklasten. In de eerste drie maanden van dit jaar was dat nog 31,8 procent.
Volgens ING liet de betaalbaarheid hiervoor al sinds 2016 een verslechtering zien. Destijds was een starter op de markt voor koopwoningen naar schatting nog zo’n 19,5 procent van zijn of haar inkomen kwijt aan de maandelijkse hypotheeklasten.
Vooruitkijkend denkt de bank dat de betaalbaarheid, ondanks de kleine opleving, voorlopig zeer ongunstig zal blijven. Naar verwachting zal de betaalbaarheid tot eind dit jaar namelijk ongeveer op hetzelfde niveau blijven en ook volgend jaar wordt weinig verandering voorzien. ING denkt ook dat de huizenprijzen voorlopig weer zullen stijgen.
Het gaat om een heikel onderwerp. Vorige week waarschuwde bewindvoerder Paul Hilbers van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) nog dat Nederland door de afgenomen betaalbaarheid van woningen met een sociaal probleem te maken dreigt te krijgen. Grote groepen van de bevolking zouden het gevoel kunnen krijgen dat ze geen kans meer maken op het kopen van een huis, nu de prijzen na maanden van daling weer opkrabbelen. De hypotheekrente is immers gestegen en veel mensen kunnen dus niet meer zoveel lenen voor een nieuw huis als voorheen. Onvrede hierover zou er volgens Hilbers ook toe kunnen leiden dat mensen hervormingen niet meer zo makkelijk accepteren.