Mensen die in het buitenland verblijven en een schuld hebben bij de overheid kan een
paspoort geweigerd worden op grond van de Paspoortwet.
Maar de Raad van State heeft bepaald dat die groep vanaf nu meer rechtsbescherming van de bestuursrechter krijgt.
Voordat iemand een paspoort kan worden ontzegd, moet diegene in het Register Paspoortsignaleringen staan. Dat gebeurt als een overheidsorgaan aan de minister van Binnenlandse Zaken vraagt om iemand die een schuld heeft bij bijvoorbeeld de Belastingdienst, en die niet betaalt of ook geen afspraken maakt om de schuld af te lossen, in het register op te nemen. Ook moet er een “gegrond vermoeden” zijn dat diegene vanuit het buitenland onder zijn schuld uit probeert te komen.
Eenmaal in het register, kan een paspoort worden geweigerd. Eerst kon iemand alleen bezwaar maken op het moment dat het paspoort daadwerkelijk werd geweigerd, maar vanaf nu kan dat ook tegen de paspoortsignalering zelf door een procedure bij de bestuursrechter te beginnen. Zowel het verzoek aan de minister als de al geregistreerde signalering mag worden aangevochten.
Een tweede verandering om mensen in het buitenland met een schuld extra te beschermen is dat het bestuursorgaan voortaan moet uitzoeken of er een “gegronde reden is om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de paspoortsignalering” wanneer een paspoort ontzegd wordt. Als er zo’n reden blijkt te zijn moet het paspoort alsnog gegeven worden. Eerst werd een paspoort sowieso geweigerd, tenzij de paspoortsignalering “evident onjuist” was.