Nederlanders hebben afgelopen week het meest gebruikgemaakt van het
openbaar vervoer sinds het begin van de coronacrisis, zo laten cijfers van het
ov-chipkaartbedrijf Translink zien.
Spoorvervoerder
NS merkt wel op dat doordeweeks nog steeds niet zoveel forensen in de trein zitten als voorheen. Maar vooral in het weekend verkiezen dagjesmensen een treinreis vaker boven een autorit, nu de prijzen van benzine en diesel zo hoog zijn.
Donderdag gebruikten mensen bijna 3,8 miljoen keer hun ov-chipkaart om in te checken bij een trein, metro, bus of tram, zo blijkt uit reisgegevens die lopen tot en met vrijdag. Dat is het drukst sinds donderdag 12 maart 2020, toen de regering mensen opriep om zoveel mogelijk thuis te werken. Toen telde Translink 4,4 miljoen check-ins.
Sinds begin maart is de drukte in het openbaar vervoer duidelijk aan het oplopen. Maar zo druk als voor de pandemie is het nog niet. Afgelopen week reisden mensen doordeweeks nog ongeveer 20 procent minder met de trein, metro, bus of tram vergeleken met 2019.
“Doordeweeks kan je maar een conclusie trekken: de forens is nog niet terug”, zegt een woordvoerder van de NS hierover. Het zal de komende maanden moeten blijken of mensen veel thuis blijven werken of meer naar kantoor gaan en dus ook vaker de trein pakken.
In het weekend is het op sommige dagen net zo druk als eerst, vooral als het zonnig is. De spoorvervoerder haalt uit reizigersenquêtes dat Nederlanders mede vanwege de hoge brandstofprijzen vaker het ov gebruiken. In het weekend is het bijvoorbeeld te merken dat mensen vaker reizen met een groepsticket, in plaats van met de auto op pad te gaan.
De NS vindt het moeilijk om te zeggen of mensen ook vaker de trein pakken omdat ze sinds eind maart geen mondkapje meer hoeven te dragen. Een deel van de reizigers vindt het aangenaam om geen mondmasker meer te hoeven dragen als ze op reis zijn, verwacht de woordvoerder. “Maar er zullen ook mensen zijn die niet gaan omdat ze het niet zo fijn vinden.”