Nederland heeft geen plannen om net zoals België een leeftijdsgrens in te stellen voor het coronavaccin van
Janssen.
Het ministerie van Volksgezondheid laat weten dat de inzet van het vaccin opnieuw wordt overwogen als de instanties die erover gaan hun advies wijzigen.
Het oordeel van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) is voor Nederland leidend. Verder laat het kabinet zich over het gebruik van de verschillende vaccins adviseren door de Gezondheidsraad en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG).
In België wordt het Janssen-vaccin uit voorzorg niet meer gegeven aan inwoners van 40 jaar en jonger, met een uitzondering voor daklozen en mensen zonder verblijfspapieren. De regering heeft dit besloten nadat een jongere vrouw die met het middel was ingeënt was overleden. Eerder besloten de Belgen al het vaccin van AstraZeneca alleen nog toe te dienen aan mensen boven de 40 jaar vanwege zeldzame bijwerkingen. In Nederland ligt de leeftijdsgrens voor AstraZeneca bij 60 jaar.
“We houden natuurlijk in de gaten wat er om ons heen gebeurt. Dat doen
EMA, CBG en Gezondheidsraad ook”, zegt een woordvoerder van het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid. Het CBG beaamt dat. Een woordvoerster van de instantie wijst erop dat het speciale bewakingscomité van EMA doorlopend onderzoek doet naar meldingen over bijwerkingen. “De meldingen uit België worden daarin meegenomen. Wij houden het ook in de gaten, maar we kunnen er op dit moment niet zoveel mee. De mogelijke bijwerkingen zijn al bekend en staan in de bijsluiter.”
In uiterst zeldzame gevallen kan het vaccin van Janssen een combinatie van ernstige trombose en een verlaagd aantal bloedplaatjes veroorzaken. Het ziektebeeld kan worden behandeld, maar het kan ook fataal aflopen. De bijwerking komt zo weinig voor, dat de voordelen van het vaccin zwaarder wegen, oordeelde EMA eerder na onderzoek. Het middel voorkomt immers in veruit de meeste gevallen dat mensen ernstig ziek worden of sterven aan het coronavirus.