Het Academisch MS-Centrum Limburg in Orbis Medisch Centrum (OMC in Sittard-Geleen) is een van de 25 centra in tien landen waar een nieuw medicijn voor MS-patiënten wordt onderzocht.
Jo van Criekingen (56) uit Hoensbroek is de eerste patiënt in deze studie die bij Orbis Medisch Centrum het nieuwe medicijn Anti-Lingo mag uitproberen. Wereldwijd is hij de eerste patiënt die hiermee is gestart. Mogelijk kan de achteruitgang van Multiple Scelorse (MS) door dit middel worden gestopt of misschien treedt er zelfs verbetering op.
Medicijnonderzoek Anti-Lingo
De oorzaak van MS is onbekend, maar wel is duidelijk dat de stof myeline een belangrijke rol speelt bij MS. Myeline vormt een isolatielaag rondom de zenuwen in het centraal zenuwstelsel. Deze laag zorgt ervoor dat zenuwen de prikkels snel en efficiënt doorgeven.
Bij MS-patiënten raakt de myeline rondom de uitlopers van de zenuwen beschadigd waardoor de overdracht van de zenuwprikkels moeilijker wordt. Het eiwit Lingo-1 remt de aanmaak van myeline. Door het gebruik van het medicijn Anti-Lingo, komt de aanmaak van myeline mogelijk weer op gang.
In totaal worden in de 25 centra 240 patiënten gevolgd gedurende 72 weken. Eén vijfde deel van de patiënten krijgt een nepmiddel, de anderen worden verdeeld in vier groepen die ieder een andere dosis Anti-Lingo krijgen toegediend om uit te vinden wat de beste dosering is. Daarnaast krijgen alle patiënten een beta interferon om niet onderbehandeld te worden.
Het onderzoek in OMC
In Orbis Medisch Centrum gaan tien tot vijftien patiënten het nieuwe medicijn uitproberen. Op dit moment doen zes mensen mee aan de proef waarvan Jo van Criekingen de eerste is. Hij gebruikte eerst een ander middel, waar hij mee stopte vanwege de bijwerkingen: hoofdpijn, griep en misselijkheid.
Nadat hij een tijd immunoglobuline gebruikte, hoorde hij van de proef met het nieuwe middel Anti-Lingo, dat hij wel wilde proberen. "Ik heb geen last van bijwerkingen maar merk ook nog geen verbeteringen," vertelt Jo van Criekingen. Neuroloog Raymond Huppers legt uit dat het medicijn de ziekte kan afremmen of stopzetten. "Het lijkt of de verslechtering bij Van Criekingen afvlakt," zegt Hupperts voorzichtig. "Of dat werkelijk zo is, is na anderhalf jaar pas duidelijk. En op zijn vroegst over een half jaar is een eerste indruk te geven of het middel werkt."
Eén keer per maand krijgen de patiënten die meedoen aan de experimentele behandeling Anti-Lingo toegediend via een infuus. Daarna wordt een MRI gemaakt om te bekijken hoe het gesteld is met de ontstekingen die worden veroorzaakt door MS. Ook is regelmatig bloedonderzoek noodzakelijk. Dit heeft Jo van Criekingen er graag over om de achteruitgang bij MS een halt toe te roepen of om stabiel te blijven.