Vandaag behandelde de rechtbank Den Bosch een zaak tegen 'een toonaangevend chemiebedrijf uit Zuid-Limburg'.
Volgens het
Openbaar Ministerie (OM) heeft het bedrijf (het betreft
Sabic) een aantal maatregelen genegeerd die nodig zijn om incidenten en zware ongevallen te voorkomen. Hierdoor is volgens het OM tijdens verschillende incidenten een werknemer overleden en zijn er meerdere werknemers gewond geraakt. Ook zijn er grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen vrij gekomen. Het OM eiste een geldboete van 25 miljoen euro tegen het chemiebedrijf.
Gezondheid, veiligheid en milieu van fundamenteel belang
Het bedrijf is volgens de officier een speler van wereldformaat en daardoor een bedrijf met een vooraanstaande maatschappelijke positie. In de wereld, maar ook op site Chemelot in Zuid-Limburg, waar zij een van de grootste werkgevers uit de regio is. Op de website van het bedrijf is te lezen dat de bescherming van de menselijke gezondheid, veiligheid en het milieu van fundamenteel belang is voor operationele uitmuntendheid. "Dat is wat het bedrijf zich ten doel stelt, maar dat is ook wat de maatschappij verwacht van dit bedrijf, dat is wat de wetgever verwacht van dit bedrijf, dat is wat het OM verwacht van dit bedrijf en dat is wat Zuid-Limburg verwacht van één van haar grootste werkgevers", aldus de officier.
Ernstige incidenten
"Ondanks bovenstaande voornemens ging het toch een aantal keer goed mis in juli 2015, in februari 2016 en zelfs zeer ernstig in december 2016 en in mei 2019", vervolgt de officier het requisitoir. In 2015 zakte een tankdak in waarbij werknemers, zonder de juist vorm van bescherming, blootgesteld werden aan giftige, mogelijk explosieve naftadampen. Bovendien leidde dit tot ernstige geuroverlast voor de omgeving. In 2016 lekte een koeler de gevaarlijke stof isobutaan in de buitenlucht. Dit werd te laat opgemerkt en niet tijdig gemeld aan het bevoegd gezag, in dit geval de Provincie Limburg. In december van dat jaar kwamen twee werknemers in direct contact met vlammen tijdens het ontkolen van een naftakraker oven. Een van hen overleed, de ander liep zeer ernstige brandwonden op. Ook bij het vierde incident, in 2019, liep een werknemer zeer ernstige brandwonden op tijdens werkzaamheden aan een naftakrakeroven. De medewerker werd daarbij overspoeld door hete olie met een temperatuur van 200 graden. Er is daarbij 150 tot 200 ton van deze olie in de fabriek gestroomd wat leidde tot bodemverontreiniging.
Ernst van de feiten
Volgens de officier komt een beeld naar voren van een organisatie die onvoldoende kritisch is. Een organisatie die haar processen niet op orde heeft, haar installaties feitelijk niet op orde heeft, die niet of niet voldoende controleert of onderzoekt, die niet verder vraagt, die nauwelijks toezicht houdt en ook niet lijkt te leren van voorgaande incidenten. Door het niet doen van essentiële risicoanalyses en bijbehorende onderzoeken en door het nalaten van het nemen van essentiële maatregelen in dergelijk gevaarlijke processen, is er volgens de officier sprake van opzettelijk handelen door het bedrijf.
Strafmaat
"Er zijn mensen zeer ernstig gewond geraakt, er is iemand overleden en er hebben zich diverse forse emissies van gevaarlijke toxische stoffen naar de atmosfeer en dus de omgeving van de fabriek voorgedaan. Het gaat om zeer ernstige feiten waarbij veiligheid, gezondheid en milieu daadwerkelijk fors zijn geschonden. En dit alles over een periode van 4 jaar waarbinnen ook geen verbetering lijkt te zijn opgetreden, eerder het omgekeerde", aldus de officier.
Omzet gerelateerde boete
Het Europees recht verplicht de Nederlandse overheid om doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend te straffen in milieuzaken. Mede gelet op de jaaromzet van het chemiebedrijf volstaat het hoogste boetebedrag volgens het OM niet. Het OM is daarom van mening dat deze zaak zich leent voor zogenaamde omzet gerelateerde
boete. Rekening houdend met onder meer de ernst en de gevolgen van de feiten en de financiële draagkracht van het chemiebedrijf eist de officier een geldboete van 25 miljoen euro.
Vervolg
De komende dagen (8, 10, 13, 16, 17 en 20 november) gaat de behandeling van de zaken door de rechtbank verder. Daarbij worden ook de zaken tegen andere bedrijven op de site van Chemelot behandeld. De zaken zijn gekoppeld omdat de locaties onderling zijn verbonden en de milieuvergunningen zijn afgegeven aan een centrale vergunningsorganisatie. Ook dat bedrijf wordt vervolgd.