Rechtbank: afbouwtermijn subsidie stichting Artamuse is rechtmatig

18 jul 2020, 20:09 Nieuws
rechtbank limburg roermond
De rechtbank Limburg heeft deze week geoordeeld dat de afbouwtermijn van de subsidie die de gemeente Sittard-Geleen aan stichting Artamuse heeft gegeven, niet onredelijk kort is.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening daarom af.

Waar gaat de zaak over?

De stichting Artamuse ontvangt sinds jaren subsidie van de gemeente Sittard-Geleen om in die gemeente zang- en dansonderwijs te verzorgen. Voor het jaar 2019 heeft de gemeente nog subsidie verleend, maar tevens besloten de subsidie in de jaren 2020 en 2021 trapsgewijs te gaan afbouwen en vanaf 2022 in het geheel geen subsidie meer te verlenen. De reden hiervoor is de financiële situatie van de gemeente. Artamuse stelt door deze beslissing failliet te zullen gaan. Zij heeft collectief ontslag aangevraagd voor al haar 36 werknemers. Hiervoor is inmiddels toestemming verleend door het UWV.

Wat wil Artamuse?

Artamuse wil een langere afbouwtermijn. Die is nu drie jaar, maar Artamuse vindt dat niet redelijk, vanwege de lange voorgeschiedenis die partijen met elkaar hebben. Zo zou Artamuse – op initiatief van de gemeente – in 2015 eigenlijk instromen in de nieuw opgerichte stichting 'De Domijnen'. Dit is toen niet doorgegaan omdat Artamuse de financiële situatie niet helemaal op orde had. In 2016 was dat wel het geval, maar toen heeft 'De Domijnen' de instroom tegengehouden. Artamuse wil nu extra tijd om die instroom alsnog te kunnen realiseren en vindt dat de gemeente zich moet inspannen om dit te regelen.
Bovendien vindt Artamuse dat de gemeente de personele frictiekosten moet betalen die het gevolg zijn van het collectief ontslag. Deze kosten bedragen meer dan 5 miljoen Euro aan bovenwettelijke ontslagvergoedingen en wachtgeldregelingen. Dit bedrag is zo hoog, omdat Artamuse in 2005 – ook op initiatief van de gemeente – 30 ex-werknemers van de gemeente inclusief hun rechtspositionele voorwaarden van heeft overgenomen. Artamuse vindt het niet aan de orde dat zij nu voor dit bedrag moet opdraaien.

Wat is het oordeel van de voorzieningenrechter?

De voorzieningenrechter is van oordeel dat een afbouwtermijn van 3 jaar zoals die hier is gegeven in beginsel niet onredelijk kort is. De voorgeschiedenis tussen partijen maakt dat niet anders.
Niet gebleken is dat de gemeente Artamuse heeft verplicht om deel te (willen) gaan nemen aan 'De Domijnen' of tot overname van de ex-werknemers van de gemeente in 2005. Wat de instroom in 'De Domijnen' betreft; daar heeft de gemeente in het verleden pogingen toe gedaan. Dat dit niet gelukt is, kan de gemeente niet worden verweten, omdat de gemeente 'De Domijnen' hiertoe niet kan verplichten. Wat de overname van de ex-werknemers van de gemeente betreft: door deze overname te bedingen heeft de gemeente enige invloed heeft gehad op de omvang van de personele frictiekosten. Die invloed is echter niet dusdanig (geweest) dat daaruit nu (15 jaar later) nog de verplichting zou moeten voortvloeien dat de gemeente zich aansprakelijk stelt voor de personele frictiekosten. Daarbij speelt mede een rol dat in ieder geval in 2011 al duidelijk was voor Artamuse dat de gemeente zich niet (langer) verantwoordelijk achtte voor eventuele personele frictiekosten.
Gelet op dit alles is er geen reden voor het (voorlopige) oordeel dat de afbouw van de subsidie onrechtmatig is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening daarom af.