Iets meer dan driekwart van de Nederlandse bloeddonoren heeft antistoffen tegen het coronavirus in het bloed.
Het percentage is in de afgelopen week gestegen van 69,5 naar 77, meldt
bloedbank Sanquin. Een maand geleden had iets meer dan de helft van de donoren antistoffen en twee maanden geleden bijna een derde van de bloedgevers.
De stijging komt volgens Sanquin door vaccinatie tegen corona. Zo heeft 98 procent van de 70-plussers en 95 procent van de zestigers antistoffen. Bij vijftigers en veertigers is het ongeveer 80 procent en bij dertigers zo’n 50 procent. De vaccinatie ging op leeftijd, van oud naar jong. Sanquin verwacht de komende tijd meer antistoffen bij twintigers te zien.
De onderzoeksafdeling van de bloedbank bestudeert iedere maand ongeveer 2000 bloedmonsters om te kijken of daar antistoffen tegen het virus in zitten. Sanquin kan met testen vaststellen of de antistoffen tegen het virus voortkomen uit vaccinatie of doordat iemand corona heeft gehad. Bij vrijwel alle leeftijdsgroepen komen de antistoffen vooral door vaccinatie. Alleen bij jonge volwassenen, van 18 tot 30 jaar, zijn er iets meer mensen die antistoffen hebben door corona zelf (26 procent) dan door het vaccin ertegen (20 procent)
Volgens de bloedbank is niet precies te zeggen hoeveel procent van de mensen antistoffen moet hebben om de circulatie van het coronavirus te onderdrukken. Om die zogenoemde groepsimmuniteit te bereiken, zal dat een hoger percentage moeten zijn dan voordat de extra besmettelijke varianten van het virus opkwamen, zoals de Delta-variant. Die variant, die voorheen de Indiase variant werd genoemd, veroorzaakt een steeds groter deel van de besmettingen.