Veilig Verkeer Nederland (VVN) heeft besloten om
fatbikes niet toe te staan tijdens het eigen praktisch verkeersexamen waarbij kinderen een route fietsen, meldt de organisatie woensdag.
Dat de fatbike in potentie hoge snelheden kan bereiken kan “leiden tot gevaarlijke situaties voor zowel kinderen als de omgeving”, vindt directeur Evert-Jan Hulshof. Volgens hem staat dat haaks op de eigen doelstellingen en de manier waarop het examen wordt afgenomen.
De afgelopen week is het Nationaal
VVN Verkeersexamen van start gegaan. Leerlingen uit groep 7 en 8 van basisscholen door heel Nederland begonnen met het theoretische deel van het examen. Scholen die dat hebben afgerond, bereiden zich erna voor op het praktische deel. Dat gaat op 4 april van start.
VVN beschouwt de fatbike niet als een geschikt voertuig voor het examen. Behalve door de potentiële snelheid ook om de “afwijkende kenmerken ten opzichte van de reguliere fiets” en “verontrustende berichten over het gedrag van fatbike-rijders en de daaruit voortvloeiende gevaren voor de verkeersveiligheid”.
Ook omdat fatbikes makkelijk op te voeren zijn, pleit VVN voor aanvullende regels, “bij voorkeur binnen de bestaande wetgeving, zoals een minimumleeftijd en verplicht gebruik van een helm”.
Bij het praktisch examen kunnen kinderen deelnemen met een standaardfiets die voldoet aan de zogenoemde VVN Fietscheck. En als een kind een reguliere e-bike heeft, is die ook toegestaan. “Mits de school hiervoor toestemming heeft gegeven. In dat geval moet de route worden afgelegd met de laagste trapondersteuning en een volledig opgeladen accu.”
Volgens een VVN-woordvoerder doen circa 200.000 kinderen, ofwel circa 96 procent van alle basisscholen, het theoretisch examen. Het praktisch examen wordt afgelegd door circa 170.000 kinderen, ofwel 85 procent van de kinderen op basisscholen.