De
Maas als bron van
drinkwater van zeven miljoen mensen wordt niet effectief beschermd. Door verouderde en onvolledige vergunningen is veelal onbekend welke schadelijke stoffen er waar in het
water terechtkomen.
De lozing van industrieel afvalwater schaadt de waterkwaliteit van de Maas. Dit zegt RIWA-Maas maandag in haar jaarrapport over 2023.
Vooral lozingen van stoffen zoals PFAS vormen een probleem volgens de vereniging van drinkwaterbedrijven. Daarvan komt er nog vijftig procent bij nadat de Maas Nederland binnenstroomt. Deze zogeheten persistente, mobiele en toxische stoffen breken niet af, zijn niet of nauwelijks te zuiveren met bestaande technieken en zijn schadelijk voor mens en milieu.
Industrieel afvalwater wordt zowel via de riolering als direct in rivierwater geloosd. Daarvoor hebben bedrijven een vergunning nodig. Maar volgens RIWA-Maas is een groot deel van de bestaande lozingsvergunningen verouderd. In verouderde vergunningen is vaak slechts een beperkt aantal verplicht te meten stoffen opgenomen. Daardoor is het niet zichtbaar welke schadelijke stoffen bedrijven mogelijk nog meer lozen.
Volgens RIWA moet er daarom haast worden gemaakt met het opstellen van een volledig overzicht van alle directe en indirecte industriële lozingen in het hele (internationale) Maas-stroomgebied, zegt Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas: "Op dit moment heeft geen enkele autoriteit volledig inzicht welke schadelijke stoffen er waar in het water terechtkomen. Op deze wijze kan onmogelijk de waterkwaliteit van de Maas effectief bewaakt worden en zullen doelstellingen ter verbetering van de waterkwaliteit nooit gehaald kunnen worden."
Dat sommige bedrijven werken met verouderde vergunningen is volgens RIWA-Maas oneerlijk tegenover bedrijven die wel alles op orde hebben. RIWA-Maas onttrekt jaarlijks vijfhonderd miljard liter water uit de Maas voor drinkwater in onder meer Rotterdam, Den Haag, Brussel, Antwerpen, delen van Limburg en Zeeland en West-Vlaanderen.