De 21 waterschappen in Nederland gaan de komende jaren fors investeren om de gevolgen van
klimaatverandering het hoofd te bieden.
Gemiddeld denken de schappen 2,25 miljard euro per jaar uit te geven in de periode 2023 – 2026. Dat is ruim 200 miljoen euro per jaar meer dan tot nu toe werd besteed, aldus de Unie van Waterschappen. Om dat te bekostigen, gaan de waterschapslasten per huishouding omhoog.
Dit jaar betaalt een gezin met een eigen woning gemiddeld 380 euro
waterschapsbelasting. Dat is 27 euro meer dan vorig jaar. Een gezin dat in een duurdere koopwoning met een waarde van rond de 400.000 euro woont betaalt gemiddeld 413 euro aan waterschapslasten. Volgens de Unie moesten de lasten ook verhoogd worden omdat de waterschappen te maken hebben met sterk gestegen prijzen van materiaal en menskracht. In totaal ontvangen de schappen 3,5 miljard euro aan belastinggeld.
Volgens de Unie plaatsen de weersextremen de schappen voor steeds grotere “uitdagingen”. “Vier kurkdroge zomers, winters met wateroverlast en overstromingen in de zomer vragen veel van het watersysteem”, aldus de schappen. Zo moeten dijken omhoog en verstevigd worden, maar er moet ook ruimte komen om water op te slaan voor droge tijden. Waterafvoer moet veranderd worden wegens verzilting van de bodem in het westen van het land en bodemdaling in klei- en veengebieden.
Daarnaast willen de schappen in 2025 geheel energieneutraal werken, zodat er veel aanpassingen nodig zijn aan bijvoorbeeld rioolwaterzuiveringsinstallaties. De schappen moeten ook voldoen aan steeds strengere Europese milieunormen.