De gemeente bereidt momenteel de (ver)nieuwbouw van Wijkbeheer/IPOR aan
Mauritspark in
Geleen voor.
Twee zaken zorgen voor vertraging en kostenverhoging van dit project, zo laat het college van B&W in een brief aan de raad weten.
Momenteel rondt de gemeente de Europese aanbesteding af voor het contracteren van een aannemer die de (ver)nieuwbouw gaat realiseren. Tijdens deze aanbesteding is er door één van de inschrijvers bezwaar aangetekend tegen de voorlopige gunning. Dit heeft gezorgd voor een herbeoordeling van de inschrijvingen. Deze herbeoordeling bracht meer inzet van ambtelijk uren, hogere kosten van adviseurs, advocaatkosten en vertraging van het aanbestedingsproces met zich mee.
Daarnaast is in de directe omgeving van het bouwperceel een beschermde rugstreeppad geconstateerd. Het bouwrijpe perceel blijkt een ideale biotoop voor deze rugstreeppad. Samen met ecologen bepaalt de gemeente welke maatregelen genomen gaan nemen om dit beschermde dier op te vangen en in een andere veilige omgeving terug te plaatsen. Hiervoor is er een ontheffing “Wet Natuurbescherming” van de Provincie Limburg nodig. De verwachting is dat het projectgebied na de paddentrek in april/mei 2025 vrijgegeven wordt en de bouwwerkzaamheden vanaf dat moment kunnen starten. Samen met de ecologen bekijken we of de verbouwing van het bestaande gebouw wel kunnen starten.
Hierdoor blijft de vertraging van het project enigszins beperkt. Ook bekijken we welke maatregelen we kunnen nemen binnen het gebied van de nieuwbouw voor Vidar, om te voorkomen dat de rugstreeppad zich ook hier gaat vestigen.
Als gevolg hiervan start de bouw in de eerste helft van 2025, in plaats van 2024. Dat betekent er sprake is van indexering van de bouwkosten.
In de derde programmarapportage zal het college een verzoek doen voor extra projectbudget om de additionele kosten die voortvloeien uit bovenstaande aspecten op te vangen.