De eerste 25.000 euro van uw spaartegoed of vermogen telt straks niet meer mee voor de belasting over het rendement dat er volgens de fiscus mee wordt behaald.
Als uw vermogen of spaargeld meer dan een ton bedraagt gaat u echter meer betalen dan nu het geval is. De nieuwe regeling gaat vanaf 2017 in en maakt deel uit van de herziening van het belastingstelsel. De coalitiepartijen VVD en PvdA hebben daarover een akkoord bereikt.
Haagse bronnen bevestigen berichtgeving daarover van het Financieel Dagblad vrijdag. De fiscus heft nu over gespaard geld vanaf 21.000 tot een ton een vermogensrendementsheffing van 4 procent. Dat gebeurt straks pas vanaf 25.000 euro en zal bovendien omlaag gaan naar 2,9 procent. Het rendementspercentage wordt jaarlijks aangepast op basis van het vijfjarige gemiddelde.
Boven de 100.000 tot een miljoen wordt het rendement verhoogd naar 4,7 procent. Boven de miljoen wordt de rendementsheffing 5,5 procent. Bij de rijken gaat het vaak niet alleen om spaargeld, maar ook om aandelen of obligaties. Over het behaalde rendement wordt 30% belasting geheven.
De belasting vindt plaats in schijven. Daardoor komt het omslagpunt voor een alleenstaande te liggen bij een vermogen van rond de 240.000 euro. Voor zeker 3 miljoen van de 3,3 miljoen mensen die vermogensbelasting betalen, zal de regeling gunstig uitpakken.