Uit het sinds 2016 verplichte jaarlijkse ervaringsonderzoek onder Wmo-cliënten blijkt dat zij tevreden zijn over de aanpak die door de gemeente Sittard-Geleen wordt gehanteerd, zo laten wethouders Astrid Verblakt en Leon Geilen weten.
De doelgroep van het door bureau BMC uitgevoerde onderzoek zijn Wmo-cliënten die een maatwerkvoorziening hebben (ontvangen) in 2016. Niet alleen scoort Sittard-Geleen beter dan in 2015, ook laten de cijfers zien dat cliënten hier tevredener zijn dan in de referentiegroep van 103 andere gemeenten.
Sinds de gemeenten verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de Wmo geldt het adagium ‘doen wat nodig is en de rest op eigen kracht’. Uit het onderzoek blijkt dat de cliënten over het algemeen zeer tevreden zijn over de persoonlijke aandacht die ze van de gemeente krijgen. Met alle cliënten werden keukentafelgesprekken gevoerd om duidelijk te krijgen wat de zorgbehoefte is, hoe die het beste ingevuld kan worden en welk deel daarvan de gemeente op zich neemt. Van de cliënten geeft 80 procent aan dat samen met de gemeente naar oplossingen voor hun hulpvraag werd gezocht. In vergelijkbare gemeenten lag dat percentage 9 procent lager.
Voor het onderzoek werden 1.046 vragenlijsten verzonden waarvan er 434 ingevuld zijn geretourneerd. Daarmee is een responspercentage bereikt van 41 procent en dat is 6 procent hoger dan het geval was in de referentiegroep van 103 andere gemeenten. Ook de gemeten tevredenheid ligt in Sittard-Geleen hoger dan in de referentiegroep: 81 procent van de respondenten geeft aan dat de ontvangen zorg past bij hun vraag, in de referentiegroep was dat 77 procent.
» onderzoeksrapport Cliëntervaring Wmo Gemeente Sittard-Geleen
