De btw-verlaging voor kappers heeft hun niet aantoonbaar meer werk opgeleverd. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB).
Het toenmalige kabinet verlaagde in 2000 de btw voor onder meer een knipbeurt van 17,5 naar 6 procent. De kapper berekende dat vrijwel helemaal door aan de klant, maar die kwam door de lagere prijzen niet vaker langs. Het was juist de bedoeling van de btw-verlaging om de kapper en vergelijkbare beroepen als de schilder, de schoenmaker en de fietsenmaker meer werk te bezorgen, maar die opzet slaagde volgens het CPB bij de kappers dus niet.
Het nieuwe kabinet verhoogt de btw voor deze diensten van 6 naar 9 procent. Die maatregel stuit op verzet, omdat ondernemers minder klandizie en consumenten hogere prijzen vrezen.
