Sittardenaar ontkent beledigen Erdogan

Foto: Global Panorama [CC BY-SA 2.0] via Flickr

Vandaag vond in Den Haag een korte regiezitting plaats in een zaak die het Openbaar Ministerie heeft aangespannen tegen een man uit Sittard.

De Sittardenaar zou na de mislukte coup in Turkije diverse e-mails hebben gestuurd naar het Turkse consulaat in Amsterdam, waarin hij de Turkse president Erdogan beledigde. Het consulaat deed daarvan aangifte en het Openbaar Ministerie stelt nu vervolging in.

De verdachte was niet op de zitting aanwezig en heeft in het verleden de aantijgingen al ontkend. Hij vermoedt dat zijn computer en e-mailaccount zijn gehackt.

Het verbod op belediging van staatshoofden – voor zover ze uit hoofde van hun functie in Nederland op bezoek zijn – wordt binnenkort uit de wet geschrapt op initiatief van D66. Volgens de artikelen 261 en 266 van het Wetboek van Strafrecht is het strafbaar om iemands goede naam te beschadigen (smaad) of iemand opzettelijk in het openbaar te beledigen. Deze artikelen gelden voor iedereen. Is het slachtoffer een bevriend staatshoofd dan kan de rechter de straf met een derde verhogen (art. 267).

Erdogan en de zijnen lijken er zelf overigens weinig moeite mee te hebben om buitenlandse staatshoofden of zelfs complete naties in het openbaar te beledigen. Zie onderstaand lijstje van bijna een jaar geleden (betreft enkel verwensingen en aantijgingen die zijn gericht aan het adres van Nederland).

Cookieinstellingen