Vragen gob over lager tarief onroerendezaakbelasting

Foto: CC0 via Pixabay

In november 2018 is er in de Tweede Kamer een amendement aangenomen dat was ingediend door Pieter Omtzigt (CDA) inzake het Belastingplan 2019.

Door het amendement hebben gemeenten de vrijheid gekregen om voor sportaccommodaties, dorpshuizen, andere sociaal belang behartigende instellingen zoals de lokale muziekvereniging of de scouting, en goede doelen het veelal lagere tarief voor woningen te rekenen voor de onroerendezaakbelasting in plaats van het veelal hogere tarief voor niet-woningen. Vanwege het maatschappelijke belang van deze verenigingen en stichtingen achten indieners het wenselijk dat gemeenten niet verplicht zijn om het hoogste tarief te rekenen aan onroerendezaakbelasting.

Dit amendement geeft dus gemeenten de ruimte om zelf de afweging te maken welk tarief zij voor sportverenigingen, dorpshuizen, andere sociaal belang behartigende instellingen en goede doelen passend achten. Gemeenten zijn daarbij vrij om aanvullende voorwaarden te stellen voor toepassing van het tarief voor woningen, zoals dat het moet gaan om sportaccommodaties van niet-commerciële sportclubs, of dat het moet gaan om algemeen nut beogende instellingen anders dan de gemeente zelf.

In de voormalige gemeente Born was er een subsidieregeling voor het onderhoud van bepaalde sociaal belang behartigende instellingen en betaalden de instellingen geen onroerendezaakbelasting. Met deze regeling konden sociaal belang behartigende instellingen het hoofd boven water houden. Als gevolg van een harmonisatie van alle bestaande regelingen in de gemeente Sittard-Geleen zijn de sociaal belang behartigende instellingen vanaf 2009 onroerendezaakbelasting gaan betalen en is er een nieuwe onderhoudsregeling van kracht.

Per 1 januari 2019 is de onroerendezaakbelasting significant gestegen en wordt het voor bepaalde sociaal belang behartigende instellingen nauwelijks meer mogelijk om jaarlijks een sluitende exploitatie te krijgen. Naast de stijging van de onroerendzaakbelasting hebben sociaal belang behartigende instellingen ook te maken met stijgende kostenposten op het gebied van energie, verzekeringen en dalende omzetten. De sluiting van sociaal belang behartigende instellingen kan voor bepaalde wijken en dorpen funest zijn voor de leefbaarheid.

Naar aanleiding hiervan heeft raadslid Marcel Claessens van de gob-fractie een aantal vragen aan het college van B&W gesteld zoals; Is het college van B&W bekend met het amendement Omtzigt en de mogelijkheden welke dit amendement biedt en is het college bereid om de mogelijkheden welke het amendement biedt te gaan benutten? Is het college bereid om de ontstane situatie tegen het licht te houden in relatie tot de ontwikkelingen op het gebied van accommodatiebeleid?

Heeft het college signalen ontvangen van besturen/beheerders/eigenaren van sociaal belang behartigende instellingen omtrent de verhoging van de onroerendezaakbelasting? Mocht er geen gebruik worden gemaakt van het amendement van Omtzigt is het college dan bereid om met de besturen/eigenaren/beheerders van sociaal belang behartigende instellingen in gesprek te gaan om te bezien in hoeverre tot een oplossing kan worden komen? Mocht er geen gebruik worden gemaakt van het amendement van Omtzigt is het college dan bereid om te onderzoeken of er reeds collectieven zijn waar deze sociaal belang behartigende instellingen terecht kunnen en de verbinding te maken zodat op deze wijze ook een helpende hand geboden kan worden. Besturen hebben te maken met terugloop en komen moeilijk aan nieuwe aanwas. Wellicht zijn er collectieven die stichtingen en verenigingen voorzien van kennis en kunde.

Cookieinstellingen