Opnieuw sterkste stijging huizenprijzen in meer dan 40 jaar

Foto: SGN

De Nederlandse huizenprijzen gaan steeds harder omhoog. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) overtrof de prijstoename in januari die van december.

En in die maand was al sprake van de sterkste prijsstijging in meer dan veertig jaar.

Voor een bestaande koopwoning moest in Nederland gemiddeld bijna 435.000 euro neergeteld worden. Dat is dik 21 procent meer dan in januari vorig jaar en de sterkste toename sinds het statistiekbureau in 1995 begon met het in de huidige vorm bijhouden van de cijfers. In Limburg bedraagt de gemiddelde koopprijs voor een woning 300.777 euro, bijna 14 procent meer dan vorig jaar, toen het gemiddelde 263.910 euro bedroeg. In 1995 kostte een woning in Limburg gemiddeld 94.311 euro.

De gemeente Mook en Middelaar is ook nu weer de gemeente waar de huizen het meeste kosten van Limburg: gemiddeld 453.000 euro, 25 procent meer dan een jaar eerder. In Sittard-Geleen waren de huizen dit jaar gemiddeld 17 procent duurder. Een woning kost er momenteel gemiddeld 266.400 euro tegenover 227.200 een jaar eerder. In Kerkrade zijn de huizen het goedkoopst. Daar kostte een woning eind 2021 gemiddeld 216.600 en dat is 11,6 procent meer dan in 2020.

Een vergelijking die verder teruggaat in de tijd is lastiger. Dan ben je al gauw aangewezen op oude gegevens die alleen per kwartaal zijn geregistreerd. De laatste keer dat er in een kwartaal sprake was van een hogere prijsstijging dan afgelopen maand, was in de jaren zeventig toen de overheid het kopen van een huis erg stimuleerde.

CBS-econoom Peter Hein van Mulligen zegt dat de sterke prijsstijgingen van de laatste tijd samenhangen met de lage hypotheekrentes. Daardoor kunnen mensen makkelijk veel geld lenen voor het kopen van een huis. Inmiddels lopen de hypotheekrentes wel weer wat op, maar de effecten daarvan zijn volgens Van Mulligen nog niet in de cijfers te zien.

Wat ook meespeelt is dat er tijdens de coronalockdowns veel is gespaard, aldus de econoom. Huizenzoekers hebben vaak dus meer eigen geld achter de hand om in een huis te stoppen. Daarnaast is het aanbod aan te koop staande woningen flink geslonken. Om nog een huis te kunnen bemachtigen wordt door veel mensen daarom flink boven de vraagprijs geboden.

Het CBS heeft ook gekeken naar de prijzen per gemeente. Daarvan zijn gegevens beschikbaar tot eind vorig jaar. Volgens Van Mulligen valt op dat er voor het eerst twee gemeenten zijn waar de gemiddelde verkoopprijs in een jaar boven de 1 miljoen euro lag. Dit was het geval in Blaricum en Bloemendaal. Huizenkopers waren daarentegen het voordeligst uit in het Groningse Pekela. Daar was je gemiddeld zo’n twee ton kwijt, wat wel een stuk meer is dan de gemiddelde verkoopprijs in die gemeente in 2020.

Intussen vinden er steeds minder verhuizingen plaats, waarschijnlijk als gevolg van het beperkte huizenaanbod. In januari telde het CBS circa 14.000 transacties, bijna 43 procent minder dan een jaar terug. Maar deze vergelijking geeft ook een beetje een vertekend beeld. Dit vanwege het belastingvoordeel dat per 1 januari vorig jaar inging voor starters tot 35 jaar oud. Daardoor stelden veel mensen hun koopambities eind 2020 tot januari vorig jaar uit.

Cookieinstellingen