Steeds meer koeien mogen buiten grazen

Foto: SGN

Steeds meer melkkoeien in Nederland mogen de wei in. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) mocht in 2021 bijna 75 procent van de koeien naar buiten.

In 2020 was dit 74 procent en in 2015, op het dieptepunt, nog 65 procent.

Het CBS merkt wel op dat koeien gemiddeld minder tijd in de buitenlucht krijgen. Dit komt vooral doordat ze vaker alleen overdag in de wei grazen, in plaats van dag en nacht. Deze verschuiving heeft volgens het statistiekbureau onder andere te maken met de bedrijfsgrootte. Bij grotere bedrijven is er vaak niet genoeg weiland dicht bij de boerderij om de koeien onbeperkt te laten grazen. Daarom staan ze langer op stal, waar ze gemolken worden.

Tot en met 2015 daalde het aandeel koeien dat het weiland in mag. Om de weidegang te stimuleren tekenden in 2012 tientallen partijen – onder meer melkveehouders, zuivelondernemingen, organisaties voor natuurbehoud en provincies – een convenant. Daarin is onder meer afgesproken om een hogere prijs voor de melk van koeien die naar buiten mogen te betalen, en voorlichtingsprogramma’s aan te bieden voor boeren die weidegang willen toepassen. Door deze maatregelen neemt het aandeel bedrijven dat de koeien in de wei laat grazen sinds 2016 weer toe.

Vorig jaar lieten ruim acht op de tien boerenbedrijven hun melkvee buiten grazen, al verschilt dit cijfer sterk per provincie. Zo zette ruim 90 procent van de melkveebedrijven in Utrecht en Noord- en Zuid-Holland de staldeuren open. In Flevoland (47 procent) en in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg (tussen de 69 en 77 procent) was het aandeel bedrijven waar koeien in de wei lopen het kleinst.

Cookieinstellingen