"Agenten kunnen veel, maar zijn uiteindelijk geen zorgverleners." Dat stelde korpschef Janny Knol tijdens een rondetafelgesprek met de Tweede Kamer over de problematiek rondom personen met verward gedrag.
"De politie wordt te vaak ingezet in situaties waar geen gevaarzetting maar
zorg of sociale begeleiding nodig is."
De problematiek van de aanpak van mensen met verward en/of onbegrepen gedrag kent een lange geschiedenis. Zo'n tien jaar geleden agendeerde toenmalig korpschef Bouman het onderwerp voor het eerst: agenten zouden 15 tot 20 procent van hun tijd bezig zijn aan de opvang en begeleiding van mensen met verward gedrag. "In aantallen is deze problematiek alleen maar groter geworden", benadrukt de korpschef. "In tien jaar tijd zijn we van 80.000 naar ruim 140.000 meldingen per jaar gegaan. Daarmee is deze problematiek niet meer weg te denken uit onze samenleving en verdient het permanent de aandacht van alle betrokken partijen en van de politiek. Op zo'n melding komen meestal twee agenten af, die gemiddeld twee uur bezig zijn. Dat is wat mij betreft niet langer houdbaar."
Meerdere oorzaken
De oorzaken van de problematiek met verward gedrag zijn divers. De samenleving is complexer geworden waardoor mensen gemakkelijker de grip kwijtraken en soms ontsporen. En de tolerantiegrens bij mensen voor 'ander gedrag' is lager geworden. Knol: "Afwijkend gedrag schrikt af en men wil er geen last van hebben." De groep mensen met onbegrepen gedrag is heel divers. "Van mensen die dakloos zijn geworden als gevolg van een echtscheiding of verlies van een baan tot mensen die een verkeerde – of in hun ogen juist goede – pil hebben genomen. Of het gaat om mensen met een psychose, dementerenden of arbeidsmigranten die tussen wal en schip raken. En er is in onze maatschappij een grote groep mensen die geestelijke gezondheidszorg nodig hebben."
Er zijn feitelijk twee problemen volgens Knol. "Agenten kunnen heel veel, maar zijn geen zorgverleners. Daarnaast is de inzet van de politie op mensen met verward en/of onbegrepen gedrag veel te hoog én gaat de inzet ten koste van belangrijke andere politietaken."
Stappen vooruit
De afgelopen jaren zijn goede stappen gezet. Mensen die verward zijn, komen de laatste vier jaar niet meer in een politiecel. Daarnaast zijn er initiatieven met zogenaamde triages, dat wil zeggen dat de zorgverleners direct bij een melding meekijken. Op de meldkamer, of op straat. "Bij deze triages wordt gekeken of de melding wel om politie-inzet vraagt", legt Knol uit. "Soms moet de brandweer helpen, als iemand zichzelf heeft vastgezet op een balkon. Is er zorg nodig of volstaat een maatschappelijk werker op de fiets?"
Onderzoek
De politie doet onderzoek naar een groep van tienduizend personen met meer dan tien meldingen in de afgelopen jaren. "Hopelijk geeft dat ons handvatten voor nieuwe interventies. Uiteindelijk is het streven dat de politie niet meer altijd rijdt voor iemand die het even niet meer weet. We blijven natuurlijk wel rijden als er sprake is van fysieke onveiligheid."
Ook de inzetten met geweld op personen met een hoge gevaarzetting ziet de politie de laatste jaren stijgen. De hoog-specialistische Dienst Specialistische Interventies wordt steeds vaker opgeroepen. Zij zijn opgeleid en geoefend om terroristen uit te schakelen, maar vorig jaar kwamen zij bijna tweehonderd keer in actie bij zorgcasussen en mogelijke suïcidepogingen.
Knol: "Het is belangrijk dat de politie 24/7 kan rekenen op de bereikbaarheid én beschikbaarheid van zorgprofessionals. Op die manier signaleren we de problemen bij kwetsbare mensen tijdig en kunnen we hen ondersteunen voordat hun gedrag escaleert tot een crisis. Ook zijn geschikte prikkelarme woningen nodig waar mensen die kampen met deze problematiek eventueel voor langere tijd kunnen wonen. Tot slot moeten we de capaciteit in klinieken en instellingen op orde brengen en houden. Zodat er altijd bedden beschikbaar zijn voor mensen die de grip op hun leven even kwijt zijn."
Bron: politie.nl