Albert Heijn neemt meer
veiligheidsmaatregelen omdat medewerkers steeds vaker last krijgen van
agressie en overlast.
Werknemers hoeven vanaf maandag bijvoorbeeld geen naamplaatje meer te dragen. Ook krijgen ze extra training over hoe ze klanten kunnen aanspreken op ongewenst gedrag en de situatie kunnen de-escaleren, bevestigt een woordvoerster na berichtgeving in het AD.
In plaats van een naamplaatje mogen medewerkers een kaartje dragen waarop ‘Wij zijn Team Albert Heijn’ staat. Zeven op de tien werknemers voelen zich volgens de supermarktketen onprettig met een naamkaartje omdat ze makkelijker vindbaar zijn op sociale media en persoonlijk worden uitgescholden. De woordvoerster verwacht dat de meeste medewerkers liever het nieuwe kaartje dragen.
Ook staat nu in de huisregels dat mensen niet mogen filmen in de supermarkten en dat medewerkers met respect moeten worden behandeld. Die huisregels komen op meer plekken in de winkels, zoals op de schermen van zelfscankassa’s. Verder wil de supermarktketen dat werknemers meer en makkelijker met elkaar praten over onveilige of onprettige situaties. Dit soort situaties melden moet makkelijker worden met QR-codes.
Albert Heijn krijgt duizenden meldingen per jaar van werknemers die last hebben van overlast, agressie en fysiek geweld. “We zien de verharding van de maatschappij ook op de winkelvloer gebeuren. Als bijvoorbeeld brood niet meer verkrijgbaar is, merken we dat een medewerker daar vrij snel persoonlijk een opmerking over krijgt”, zegt de woordvoerster. Ook zouden medewerkers volgens haar regelmatig opmerkingen te horen krijgen zoals “wie denk je wel niet dat je bent”.
Andere supermarkten hebben al
maatregelen genomen tegen onder meer agressie. Zo meldde Dirk in april dat werknemers een bodycam krijgen die ze aan kunnen zetten als een situatie uit de hand dreigt te lopen. Het idee is dat degene die zich misdraagt, zichzelf meteen terug kan zien zodat de situatie niet erger wordt. Albert Heijn is volgens de woordvoerster niet van plan zijn werknemers bodycams te geven.