De
boetes die werkgevers krijgen als ze werknemers uit het buitenland illegaal laten werken, zijn niet meer afschrikwekkend genoeg.
Dit meldt de Arbeidsinspectie na onderzoek onder 24 bedrijven die de wet hebben overtreden. Vaak zijn de financiële voordelen volgens de inspectie zo groot dat een boete minder kost dan het betalen van cao-lonen en werkgeverslasten.
De boetes van maximaal 8000 euro per overtreding schrikken niet meer af omdat de bedragen niet zijn meegegaan met de inflatie en de welvaartstoename, stelt de Arbeidsinspectie. In negen van de tien gevallen verdient een werkgever de boete binnen een jaar terug, soms zelfs binnen drie maanden. Dit is de periode waarin een werkgever genoeg geld bespaart door mensen illegaal te laten werken om de boete terug te verdienen.
De Arbeidsinspectie onderzocht onder meer bedrijven in de bouw, schoonmaak, landbouw en horeca. Gemiddeld komt de kostenbesparing volgens de inspectie uit op 60 procent. Als een van de onderzochte bedrijven werknemers legaal in dienst had, zou het bijna 16.000 euro arbeidskosten hebben betaald. Maar door slechts ruim 6200 euro te betalen, bespaarde de werkgever meer dan 9500 euro.
Als de boetes zouden stijgen met de inflatie en de welvaart, is het maximale bedrag ongeveer 15.000 euro, stelt de Arbeidsinspectie. De boetes zouden nog veel hoger zijn als ook de maatschappelijke kosten van een illegale werknemer, zoals zorg en onderwijs en extra druk op de huizenmarkt, worden meegenomen.
De inspectie deelt de boetes uit als een bedrijf zich niet aan de regels houdt. Het maximale bedrag dat de toezichthouder mag opleggen is wettelijk bepaald. De Arbeidsinspectie heeft het onderzoek naar de Tweede Kamer gestuurd.