Het Nationaal
Archief neemt aanvullende maatregelen voor het digitaliseren en online plaatsen van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR).
Het Nationaal Archief gaat de dossiers over collaborateurs in WOII langzamer online toegankelijk maken. "We zouden eerst doorlopend publiceren, maar nu wachten we na de eerste publicatie op 2 januari een half jaar om te kijken wat er gebeurt", vertelt projectleider Edwin Klijn namens het consortium Oorlog voor de Rechter. Dit project startte dit jaar met het digitaliseren van de bijna 4 kilometer aan archiefstukken.
Begin volgend jaar komt zo'n kwart van de dossiers van het oorlogsarchief online, voornamelijk dossiers over zaken die voor een groot deel al bekend zijn. "Dit zijn zwaardere gevallen, waarin verdachten voor een tribunaal of een bijzonder gerechtshof zijn verschenen." Het Nationaal Archief wil middels de digitalisering en het online plaatsen van deze al bekende dossiers anticiperen op de reacties op de nog minder bekende, en wellicht meer verrassende, dossiers. "Hierna bepalen we onze volgende stappen."
"We zijn zo'n 1,5 jaar lang in gesprek geweest met nabestaanden van slachtoffers, nabestaanden van collaborateurs en nabestaanden van verzetsmensen. Op basis van hun adviezen hebben wij besloten om dit aantal extra maatregelen te treffen wat betreft de online plaatsing na openbaring", vertelt Klijn. "Het is een heel feitelijk archief, waarin veel mensen, specifieke gebeurtenissen en plaatsen voorkomen." De maatregelen betreffen volgens Klijn een "soort bijstelling van het bestaande plan", waardoor een middenweg is gevonden voor alle betrokken partijen.
Het archief omvat de dossiers met onderzoeken die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland zijn gedaan naar ongeveer 425.000 verdachten van collaboratie, dat in 2025 openbaar wordt gemaakt. Het Nationaal Archief neemt deze maatregelen omdat het online toegankelijk maken van het archief gevoelig ligt en impact kan hebben op nabestaanden.