Door Marcel Boreas - Het gehucht Baakhoven en de omgeving van de gesloopte hoeve De Kamer tussen Susteren en Holtum zijn de voornaamste vindplaatsen van archeologisch materiaal tijdens de huidige A2-onderzoeken.
Dat bleek donderdagavond tijdens een inloopavond van Rijkswaterstaat in Dieteren. Het gaat om archeologische opgravingen die kaderen binnen de verbreding van de A2 tussen de knooppunten Het Vonderen en Kerensheide.
Voor Rijkswaterstaat lijkt het goed toeven in Dieteren. Onlangs werden er al diverse inloopavonden gehouden over de verbreding als zodanig. Donderdagavond ging het specifiek over de archeologische vondsten tot dusver. Naar schatting een honderdtal belangstellenden hadden de weg naar gemeenschapshuis De Koppel gevonden. Diverse sprekers lieten daar hun licht schijnen over de materie. Zo werd er onder andere uitvoering stilgestaan bij de geschiedenis van de streek van de prille prehistorie tot nu. Het meest concreet werd de avond toen archeoloog Marc Ruijters uit Slek-Echt aan het woord kwam, en de bezoekers stapsgewijs meenam in het onderzoeksproces en de diverse vondsten.
Bij het onderzoek onderscheidt men diverse stappen. Stap 1 is het bureau-onderzoek, stap 2 het booronderzoek en stap 3 het proefsleufonderzoek. Tot dusver hebben er circa 5.000 boringen plaatsgevonden. Dat leidde tot ongeveer 700 proefsleuven. Naar verwachting moeten er nog zo’n 200 proefsleuven gegraven worden. In totaliteit is er sprake van 40 proefsleuflocaties, daarvan waren er 31 behoudenswaardig. Bij het onderzoek werd met name ook gekeken naar de diverse periodes in de geschiedenis. Relatief bijzonder was de vondst van een aantal grafvelden uit de IJzertijd. Tussen Baakhoven en De Kamerhof werd daarnaast een Romeinse weg aangetroffen. Het betreft de weg die liep van Grevenbicht naar Echt. Vlakbij die weg werden ook de restanten van zes grote boerderijen ontdekt en drie waterputten. Een aantal vondsten passen in het beeld van de midden-Romeinse tijd. Opvallend is verder de afwezigheid van vondsten uit wat deskundigen de “Vroege Volle Middeleeuwen” noemen, van ca. 400- 1.200 na Christus. Wel is er aan de, onder de gemeente Echt-Susteren vallende, Scheidtstraat ten zuiden van De Kamer veel aardewerk uit de periode 1.300-1.600 gevonden. Hetzelfde geldt ook voor Baakhoven.
Nog niet alle veldonderzoek is afgerond, met name ten zuiden van Born moet nog het een en ander gebeuren. Daarnaast zijn er nog diverse deskundigen die zich over de vondsten moeten buigen. Dat betekent dat pas over een tijdje duidelijk wordt wat deze vondsten exact bijdragen aan de kennis over de diverse periodes uit de geschiedenis. Medewerkers van Rijkswaterstaat hadden een aantal vondsten meegebracht naar Dieteren. Daar zaten echter geen munten bij. De reden is dat conservering daarvan een zeer tijdrovend en specialistisch traject is. Uiteindelijk zullen de vondsten eigendom worden van de provincie. Musea kunnen ze vervolgens eventueel in bruikleen krijgen. Blijft tot slot de vraag over waarom juist Baakhoven en De Kamer zoveel vondsten hebben opgeleverd? Voor archeoloog Ruijters is het antwoord vrij simpel, de ligging aan de Geleenbeek. En een plaats waar water aanwezig is, trekt sneller bewoning.