In 2022 verlieten 3,2 duizend mensen een instelling waar zij op basis van de Wmo drie maanden of langer hadden gewoond met begeleiding.
De meesten verhuisden naar een corporatiewoning (67 procent). Bijna 7 op de 10 mensen woonden na de verhuizing alleen (eenpersoonshuishouden). Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
In 2022 woonden 15,5 duizend mensen in een instelling voor beschermd wonen, betaald vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Van de mensen die in 2022 op basis van de Wmo in een instelling voor beschermd wonen verbleven, woonde 23 procent daar niet meer aan het eind van het jaar. 91 procent verbleef langdurig (drie maanden of langer) in de Wmo-instelling.
De meerderheid van de mensen (66 procent) die in 2022 na drie maanden of langer een Wmo-instelling voor beschermd wonen verliet, woonde aan het eind van het jaar alleen. 22 procent woonde samen met anderen en 12 procent woonde weer in een zorg- of forensische instelling, zoals een verpleeg- of verzorgtehuis (institutioneel huishouden). Maar het is ook mogelijk dat de laatste groep eind 2022 nog ingeschreven stond in de Basisregistratie Personen (BRP) op het adres van de Wmo-instelling.
67 procent van de mensen die vanuit een Wmo-instelling met beschermd wonen (terug) verhuisde naar een particulier huishouden woonde aan het eind van het jaar in een corporatiewoning. Een kleiner deel woonde in een private huurwoning (21 procent) of in een koopwoning (7 procent). Mensen die na langdurig verblijf in een Wmo-instelling geen woonruimte hebben, komen in aanmerking voor een urgentieverklaring voor een sociale huurwoning.
Mensen die vanuit een Wmo-instelling voor beschermd wonen verhuisden, gingen relatief vaak wonen in, of in de buurt van, de centrumgemeenten Beschermd Wonen. Deze 44 centrumgemeenten zijn vanuit de Wmo sinds 2015 verantwoordelijk voor het Beschermd wonen in de regio. In Groningen woont het hoogste aandeel uitstromers (68 per 100.000 inwoners), gevolgd door Apeldoorn (60 per 100.000 inwoners), Oldambt (60 per 100.000 inwoners) en Tilburg (59 per 100.000 inwoners).
Van alle mensen die in 2022 na langdurig verblijf uit een Wmo-instelling voor beschermd wonen zijn verhuisd, was 65 procent man. 52 procent van de verhuisde mensen was jonger dan 27 jaar oud. 46 procent was tussen de 27 en 65 jaar en 2 procent was 65 jaar of ouder.