Het aantal mensen dat een
boosterprik tegen het coronavirus heeft laten zetten, is opgelopen tot 951.626.
Dat betekent dat ongeveer 310.000 mensen in de afgelopen week de extra prik hebben gehaald. De nieuwe vaccinatieronde, bedoeld om het afweersysteem een oppepper te geven, startte begin oktober.
De vaccinatie begon met mensen van 60 jaar en ouder. In die groep is inmiddels 17,6 procent gevaccineerd, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Vorige week was dit 11,9 procent, de week ervoor 6,3 procent, en nog een week eerder 2,1 procent. Nog niet alle 60-plussers zijn uitgenodigd, de brieven daarvoor kunnen tot eind november binnenkomen.
Ook de andere groepen die voor de boosterprik in aanmerking komen, kunnen inmiddels een vaccinatieafspraak maken. Dit zijn mensen van 18 tot en met 59 jaar die bijvoorbeeld het syndroom van Down hebben of een ernstige afweerstoornis. Zij lopen een groter risico als ze besmet raken met het coronavirus. Ook zorgmedewerkers en zwangere vrouwen kunnen de prik krijgen, net als mensen die zelf geen risico lopen maar een kwetsbaar gezinslid hebben.
De boosterprik wordt nu gegeven omdat het coronavirus in de herfst en winter gemakkelijker rondgaat. In de ziekenhuizen liggen dinsdag 512 mensen die het coronavirus onder de leden hebben. Dat is het hoogste aantal in bijna zeven maanden tijd, komt naar voren uit de cijfers van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS). Vrijwel alle positief geteste mensen liggen op de verpleegafdelingen. Dat betekent dat hun klachten redelijk mild zijn. In de afgelopen zeven werkdagen zijn gemiddeld zo’n honderd mensen per dag met coronaklachten in een ziekenhuis beland.
Ongeveer 7,5 miljoen mensen komen in aanmerking voor de vaccinatie. Het ministerie van Volksgezondheid verwacht op basis van eerdere rondes dat ongeveer 4 miljoen mensen daadwerkelijk de prik laten zetten. De campagne loopt tot eind december.