Steeds meer landbouwbedrijven verkopen hun
eieren,
melk,
groente of kamerplanten direct of vrijwel direct aan de consument.
Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Verkochten in 2017 nog 5700 van de landbouwbedrijven hun waren direct aan consumenten of via hoogstens één tussenpersoon, in 2020 was dat aantal gestegen naar 7200. Zo’n tussenschakel kan bijvoorbeeld een restaurant of tuincentrum zijn waar boeren direct aan verkopen. Deze zogeheten verkoop via de korte keten leverde boeren in de twaalf maanden tot en met maart 2020 circa 1,5 miljard euro op.
Het actiefst in de directe verkoop zijn ondernemers in de sierteelt, met een omzet van 583 miljoen euro uit planten en bloemen die via maximaal één tussenpartij de klant bereiken. Tuinbouwbedrijven in groente en fruit verdienden er zo’n 398 miljoen euro mee. Ook onder pluimveehouders en melkveehouders werd een substantieel bedrag binnengehaald met de directe verkoop van melk of eieren, aldus het
CBS.
Hoewel de animo om direct aan consumenten te verkopen groeit in de landbouw, doet nog altijd maar een minderheid van 13,7 procent van alle boeren en tuinders dit. Dat is wel een groter aandeel dan de 10,5 procent in 2017. Welk effect de coronapandemie op de verkoop ‘vanaf het erf’ heeft gehad, is nog niet bekend. De meest recente cijfers waar het CBS mee werkt zijn van 1 april van vorig jaar.
Binnen de landbouw klinkt geregeld kritiek op de lage prijzen die boeren zouden krijgen voor hun waren die via allerlei tussenhandelaren in de supermarkt belanden. Actiegroep Farmers Defence Force, bekend van protesten en blokkades wegens de stikstofproblematiek, stelde daarom eind vorig jaar een keurmerk voor waarbij supermarkten 3 procent van hun omzet aan boeren afdragen. Boeren en de Nederlandse supermarkten spraken deze week af om in een soort polderoverleg betere afspraken te maken over verdienmodellen.