Carnaval is in aantocht. Over drie weken start in Sittard de 'Vastelaoveszösdaagse'. Maar eerst beleeft prins Wout I zondag over twee weken zijn feestelijke intocht.
Die intocht van de stadsprins vindt altijd plaats bij de befaamde Sittardse Kinderoptocht. Voorafgegaan door een flinke groep van zijn voorgangers sluit hij de bonte stoet af. Op de Markt stort Wout I vervolgens een 'appelsieneraege' uit over de carnavalisten. Dat is een van de spaarzame momenten dat je de stadsprins van Sittard zonder zijn scepter aan het werk ziet. De scepter geeft hij dan voor even af aan zijn begeleider.
Aan die scepter zit overigens een aardig stukje historie vast.
Vóór 1946 had Sittard meerdere carnavalsverenigingen die na de oorlog elk hun eigen prins naar voren wilden schuiven. Máár burgemeester Coenders wilde na de oorlog maar één carnavalsvereniging en één stadsprins erkennen. Daarom gingen de Aanhauwtesch en De Mander na ampel beraad op in De Marotte.
Een belangrijk teken van de waardigheid van de Sittardse stadsprins is zijn scepter: een papegaai die het oude stadswapen van Sittard vasthoudt en die een nonnevot in zijn snavel houdt. De bonte Pappegey staat symbool voor de Marotte en de nonnevot is Sittards meest geliefde carnavalsgebak. Het wapen van Sittard wijst erop dat de drager van de scepter prins carnaval van de stad Sittard is.
De houten scepter, in 1946 speciaal voor het samengaan van de drie verenigingen gemaakt door de Sittardse beeldhouwer George Kastelijn, heeft sindsdien een eigen geschiedenis opgebouwd.
Tot en met 1967 is de scepter van ‘Ziene Hoogheid’ in originele staat te zien op foto’s van de stadsprins. Maar na 1968 heeft de nonnevot in de snavel van de Pappegey ineens 2 krullen en dat zou tot en met 1985 zo blijven. Hoe kwam dat zo?
Bij of vóór een carnavalszitting in Gouda – de Marotte waren door Goudse carnavalisten voor een bezoek uitgenodigd – heeft een schermutseling plaatsgevonden waarbij de toenmalige stadsprins Hub III (Kremer, prins in 1963) de scepter zou hebben gebruikt om enkele rake klappen uit te delen. De scepter brak daarbij in stukken. De maker van de scepter, George Kastelijn, heeft de brokstukken toen weer aan elkaar gelijmd.
Tot en met het prinsschap van Sjra I (van Kempen, 1967) is nog de originele (gerepareerde) nonnevot te zien. Sjra’s opvolger Chris I (Maas, 1968) stond evenwel op de foto in de Pappegey met een scepter met een halve nonnevot. Blijkbaar had de lijm die bij de reparatie was gebruikt losgelaten en was het losgekomen stukje nonnevot zoekgeraakt. De overbuurman van Chris Maas was docent houtbewerking op de Ambachtsschool. Hij bood Chris aan om de scepter weer te repareren. De overbuurman van Chris, die geen Sittardenaar was, wist blijkbaar niet hoe een nonnevot eruitziet! Daarom kreeg de beschadigde nonnevot, zij het met de beste bedoelingen, een tweede krul. Dit kun je zien op de foto van prins Sjuul II (Lejeune, 1969).
Vanaf dat moment had de nonnevot op de scepter dus twee krullen in plaats van één. Deze fout werd pas ruim 16 jaar later hersteld op initiatief van stadsprins Ron I (Hermans, prins in 1985). Zijn opvolgers droegen sindsdien weer een scepter met een ‘correcte nonnevot’. Zo komt het dat de Sittardse stadsprinsen van 1969 tot en met 1985 op foto’s, schilderijen en optochtwimpels te zien zijn met een scepter met een nonnevot met twee krullen.
Inmiddels ligt de originele scepter veilig opgeborgen in een vitrine in het Vastelaoveshoes aan de Limbrichterstraat in Sittard. Het ‘dienstexemplaar’ dat regerend stadsprins Wout I over zijn volgelingen zwaait, is een replica.
De foto’s boven dit bericht komen uit oude edities van De Pappegey, het jaarlijkse kolderblad van De Marotte. Oude jaargangen van de Pappegey (de hele reeks edities vanaf 1924 en de edities jaargang 4 uit 1885 en jaargang 39 uit 1920) zijn online te bekijken op de website van RegioArchief Sittard-Geleen.
De editie van 2025 is vanaf donderdag 20 februari te koop.