Deels voorwaardelijke gevangenisstraf voor ontucht met 13-jarig meisje

08 aug 2017, 18:08 Nieuws
rechtbank maastricht cc0
CC0
Een 49-jarige man uit Schinnen is veroordeeld voor ontucht met een destijds 13-jarig meisje. De man was in 2016 een soort vertrouwenspersoon voor het meisje.
Deze vertrouwensrelatie heeft zich gedurende 6 maanden ontwikkeld tot een seksuele relatie. Tijdens die relatie was er onder andere sprake van orale seks en geslachtsgemeenschap.

Geen dwang, verdachte wel strafbaar

Het meisje heeft zelf tegen de politie verteld dat de verdachte haar hier niet toe dwong en dit blijkt ook uit berichten die zij aan de verdachte stuurde. Dwang was ook niet ten laste gelegd door de officier van justitie.
Toch is de verdachte strafbaar, omdat de wetgever seks met kinderen onder de 16 jaar per definitie strafbaar heeft gesteld, ongeacht of het kind er zelf mee instemt. Hiermee probeert de wetgever de seksuele integriteit en de ontwikkeling van kinderen onder de 16 te beschermen.
De verdachte heef dus op geen enkel moment dwang uitgeoefend op het meisje om de seksuele handelingen te ondergaan, maar had zijn verantwoordelijkheid als volwassen man moeten nemen en nooit seks mogen hebben met een meisje van 13.

Toerekeningsvatbaarheid

Uit psychologisch onderzoek blijkt dat de verdachte geen pedofiel is. Ook heeft hij geen andere seksuele stoornissen. Wel lijdt hij aan een post traumatische stressstoornis (ptss), aangezien hij in zijn voormalige werk als politieman zeer nare situaties heeft meegemaakt. De psycholoog heeft echter geen verband kunnen vaststellen tussen de ptss en de seksuele handelingen met het meisje. Verdachte is dus strafrechtelijk geheel verantwoordelijk voor de ontucht met het meisje.

Straf

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank enerzijds de duur van de ontucht (6 maanden) en de zeer jonge leeftijd (13 jaar) van het slachtoffer meegewogen, voor wie het feit achteraf forse psychische impact blijkt te hebben. Strafverzwarend vindt de rechtbank ook dat de verdachte een politieagent was en juist vanuit zijn functie beseft moet hebben hoe schadelijk zijn handelen was. Aan de andere kant houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte geen strafblad heeft, achteraf veel spijt heeft en ook achteraf inzicht toont dat alleen hij verantwoordelijk is voor de seksuele handelingen.
Kijkend naar de strafmaat in ontuchtzaken met vergelijkbare omstandigheden, is de eis van de officier van justitie (30 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk) te hoog. De rechtbank acht een gevangenisstraf van 12 maanden passend. Daarvan zal zij 6 maanden voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank kiest hiervoor, omdat de verdachte al enkele maanden een enkelband heeft gedragen en daardoor ernstig in zijn vrijheid was beperkt.
Bovendien heeft het meisje gevraagd om een contactverbod aan de verdachte op te leggen. Dat kan de rechtbank doen als bijzondere voorwaarde bij het voorwaardelijke deel van de straf. Zij bepaalt daarom dat het de verdachte verboden is om contact te leggen met het meisje tijdens de proeftijd van 2 jaren. Een en ander betekent dat de verdachte nog een half jaar terug moet naar de gevangenis en dat hij zich daarna moet houden aan het contactverbod en niet opnieuw strafbare feiten mag plegen, om te voorkomen dat hij ook het voorwaardelijk gedeelte moet uitzitten.

Schadevergoeding

Het slachtoffer heeft om vergoeding van haar materiële schade (reiskosten) en immateriële (psychische) schade gevraagd. De rechtbank vindt dat het slachtoffer recht heeft op vergoeding van de reiskosten en voor de psychische schade die zij heeft opgelopen. Gelet op de vergoedingen die het Schadefonds Geweldsmisdrijven in dit soort zaken uitkeert, stelt de rechtbank het smartengeld vast op vijfduizend euro. Dit was ook het bedrag dat namens het meisje aan smartengeld was gevorderd. Ook het gevorderde bedrag aan reiskosten (477,18 euro) wordt volledig toegewezen.
Bron: de Rechtspraak