Als het demissionaire kabinet de brandstofprijzen voor auto’s in januari opnieuw laat stijgen zou dat voor zowel Nederlandse pomphouders in de grensstreek, als ook voor winkeliers en supermarkten “rampzalig” zijn.
Daarvoor waarschuwt Ewout Klok, voorzitter van Belangenvereniging Tankstations (BETA).
Hij voorziet dat er dan “tientallen miljoenen” wegvloeien naar België en Duitsland. “Hoe groter het prijsverschil, hoe meer mensen de grens overgaan om te tanken. En als je dan toch in het buitenland bent, doe je daar meteen je andere boodschappen”, zegt Klok. De prijsverschillen aan de pomp zijn nu al heel groot vergeleken met landen om ons heen. Dat is het gevolg van de extreem hoge accijns in Nederland. Volgens Klok zorgt dit voor oneerlijke concurrentie.
Het kabinet wil een eerdere accijnsverlaging in januari terugdraaien. Daardoor wordt
benzine 21 cent per liter duurder en diesel 13 cent. Een liter Euro95 kan meer dan 2,40 euro gaan kosten.
Klok wijst erop dat hierdoor “alles weer duurder” gaat worden, want de extra accijns wordt niet alleen doorberekend aan de automobilist. “Transporteurs zullen de hogere kosten van het bevoorraden van winkels en supermarkten ook doorbelasten. Dus iedereen gaat dit voelen, niet alleen de automobilist”, stelt de voorzitter.
Klok vreest dat het kabinet niets gaat doen aan de fors duurdere brandstoffen. “Ze zitten al met een miljardentekort en wat is er makkelijker om de automobilist dan extra te belasten? Nederland is een transportland, we kunnen toch niet zonder auto. Maar ze hebben ons toegezegd dat er eerst geëvalueerd gaat worden, dus daar houden we aan vast”, vervolgt hij.
Ook de ANWB is “niet blij” met de forse prijsverhogingen. “Die tellen al enorm op bij de pomp. Voor heel veel mensen is het niet mogelijk om deel te nemen aan de samenleving zonder auto. De verhouding met Europa is scheef”, zegt een woordvoerster. De ANWB waarschuwde eerder al dat veel automobilisten financieel knel zitten door de torenhoge brandstofprijzen.