Fastfoodketen McDonald’s heeft zijn omzet in het eerste kwartaal van dit jaar opgevoerd.
De Amerikaanse keten verhoogde op de thuismarkt de prijzen voor zijn hamburgers en andere snacks waardoor er meer geld binnenkwam. Op de internationale markten, en met name in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, was de groei ook groter dan geraamd. Die extra omzet was nodig om voor het verlies van omzet in Rusland en Oekraïne te compenseren.
De netto-omzet van de keten steeg met 11 procent tot 5,7 miljard dollar (5,4 miljard euro). Daarmee vielen de opbrengsten hoger uit dan waar kenners in doorsnee op hadden gerekend. De winst was met 1,1 miljard dollar wel lager dan de 1,5 miljard dollar een jaar eerder. Het bedrijf zette eerder 27 miljoen dollar opzij om huren, salarissen en leveranciers in Rusland en Oekraïne te betalen. Vanwege de oorlog in Oekraïne heeft het bedrijf de activiteiten in de twee landen voorlopig opgeschort. Daarbovenop nam McDonald’s een last van nog eens 100 miljoen dollar vanwege voorraden in de toeleveringsketen die waarschijnlijk zullen bederven door de tijdelijke sluiting van restaurants. Verder zette McDonald’s 500 miljoen dollar opzij voor eventuele internationale belastingzaken. Daarover gaf het bedrijf verder geen details.
De vergelijkbare omzet in de restaurants wereldwijd steeg op jaarbasis met 11,8 procent. Op de thuismarkt was de groei met 3,5 procent meer bescheiden. Evengoed presteerde het bedrijf ook hier boven verwachting. De groei werd mede veroorzaakt door prijsverhogingen maar ook plukt McDonald’s naar eigen zeggen de vruchten van marketingcampagnes. Internationaal ging het om ruim een vijfde meer omzet, geholpen door de afbouw van coronamaatregelen. In China bleven de verkopen achter als gevolg van de strengere maatregelen die daar gelden door de nieuwe uitbraak van het virus.